Zo gaan we om met de risico's voor je pensioen
Bij het verzorgen van je pensioen heeft Pensioenfonds KPN te maken met allerlei risico’s. Denk bijvoorbeeld aan beleggingsrisico’s. Maar er zijn ook risico’s die niet direct met geld te maken hebben, zoals het risico dat er iets misgaat in de IT-systemen of informatiebeveiliging. Het beheersen van al die risico’s is één van onze kerntaken. We willen op een beheerste wijze omgaan met de pensioengelden die ons zijn toevertrouwd. Dat doen we met een systeem dat we ‘integraal risicomanagement’ noemen (IRM). In dit hoofdstuk lees je er meer over.
Pensioenfonds KPN heeft een organisatie waarmee de uitvoering van de pensioenregeling en het beheer van het vermogen op een goede en gecontroleerde manier kan plaatsvinden. Dat is nodig om invulling te geven aan onze missie, visie, doelstellingen, passend bij de mate van risico dat wij willen lopen. Deze mate van risico nemen, noemen wij risicobereidheid. Integraal risicomanagement neemt daarbij een centrale plaats in. Integraal benadrukt dat het gaat om het management van alle verschillende risicogebieden in onderlinge samenhang.
Om het risicomanagement gestructureerd te laten plaatsvinden, hebben wij hiervoor een proces ingericht. In de volgende figuur is het IRM-proces weergegeven, waarna de belangrijkste stappen worden toegelicht.
Strategie en doelstellingen
De basis van het IRM-proces is de missie en visie van het pensioenfonds. Van hieruit hebben we strategische doelstellingen vastgesteld. Het doel van risicomanagement is het beheersen van belangrijke risico’s die onze doelstellingen bedreigen. Daarom vormen de strategische doelstellingen de basis voor het IRM.
Risicohouding
Zoals gezegd is het belangrijk om risico’s die onze doelstellingen bedreigen te beheersen. Maar risico’s helemaal uit de weg gaan, dat gaat niet. Denk bijvoorbeeld aan de beleggingen: om voldoende rendement te kunnen halen, moeten we bereid zijn een bepaald (verantwoord) risico te lopen. Hoe hoog dit risico mag zijn, is door ons in samenspraak met de sociale partners vastgelegd. We hebben de risicohouding uitgewerkt en gekoppeld aan de verschillende strategische doelstellingen. Hierin zien we onder andere dat we fouten zoveel mogelijk proberen te voorkomen door op verschillende momenten controles te laten plaatsvinden op de uitvoering. We willen klachten en incidenten tot een minimum beperken. Maar wel maken daarbij ook afwegingen over impact, kosten en tijdsinspanning. Daarnaast nemen we doelbewust beleggingsrisico, omdat dit naar verwachting wordt beloond met extra rendement.
Voor iedere strategische doelstelling hebben we de belangrijkste hoofdrisico’s in kaart gebracht. Voor deze hoofdrisico’s hebben we ook vastgesteld hoeveel risico we bereid zijn te lopen om de strategische doelstelling na te kunnen komen. Verderop in dit hoofdstuk hebben we de hoofdrisico’s nader toegelicht.
Risicoanalyse
Om grip te hebben op de hoofdrisico’s wordt per hoofdrisico een analyse uitgevoerd waaruit de belangrijkste deelrisico's (risico-items genoemd) worden benoemd. Verderop in dit hoofdstuk, onder instrumenten en beheersing, lichten we de belangrijkste analyses toe.
Beheersmaatregelen
Nadat inzichtelijk is wat de risico-items zijn, beoordelen we in hoeverre deze risico-items buiten onze risicobereidheid vallen. Voor zover de risico’s buiten die bereidheid vallen, worden beheersmaatregelen vastgesteld om ze te kunnen beheersen. Vervolgens wordt opnieuw beoordeeld of de vastgestelde beheersmaatregelen voldoende zijn om het risico binnen de risicobereidheid te krijgen.
Acties
Zodra de beheersmaatregelen vastgesteld zijn, worden de acties genomen om de beheersmaatregelen te laten werken. Het is belangrijk dat de beheersmaatregelen niet alleen zijn beschreven (opzet), maar dat ze ook daadwerkelijk op de beschreven manier worden uitgevoerd (bestaan) en tot slot dat ze het risico helpen beheersen (werking). Een beheersmaatregel moet daadwerkelijk bijdragen aan het verminderen van het risico dat een van de strategische doelstellingen niet wordt gehaald.
Managementrapportage
Risico’s worden gemonitord. Dat gebeurt op veel verschillende plaatsen binnen en buiten de organisatie. Voorbeelden daarvan zijn de dagelijkse monitoring van onze beleggingsportefeuille door de fiduciair vermogensbeheerder, maandrapportages vanuit onze pensioenuitvoeringsorganisatie en kwartaalrapportages op niet-financiële risico’s. Om de onderlinge samenhang te kunnen beoordelen staat elk kwartaal een integrale risicomanagementrapportage op de bestuursagenda.
Belangrijke aandachtspunten in 2023
Het pensioenfonds kent één enkel IRM-proces, en toch kunnen we stellen dat dit proces zich in 2023 heeft gesplitst in twee delen. De Wet toekomst pensioenen (Wtp) en alle voorbereidingen op de beoogde transitie op 1 januari 2026 hebben ook vanuit het risicomanagement aandacht gekregen en daarmee een eigen IRM-proces. Dit functioneert naast het reguliere IRM-proces op de huidige pensioenuitvoering. Hieronder nemen we je graag mee in een aantal belangrijke ontwikkelingen uit 2023:
- Eind 2022 is er een externe audit geweest op de risicobeheerfunctie en het systeem van interne controle. Vanuit de audit kwam een beperkt aantal bevindingen naar voren die in 2023 naar tevredenheid van de auditor zijn opgevolgd.
- De IRM-rapportage is in 2023 verder ontwikkeld. We zijn nu ook in staat om de hoofdrisico's individueel te toetsen op een door het bestuur vastgestelde risicohouding. Past het niet, dan zijn aanvullende acties vereist.
- De Sleutelfunctiehouder Risicobeheer is nauw betrokken bij het proces rondom de Wtp. Om daarbij een goede samenwerking met de andere sleutelfunctiehouders te borgen is er in 2023 een periodiek overleg gestart. Daarin overleggen de sleutelfunctiehouders met elkaar over de ontwikkelingen rond Wtp.
- Het IRM-beleid is in 2023 grondig geëvalueerd en vastgesteld door het bestuur.
- De Sleutelfunctiehouder Risicobeheer heeft in 2023 diverse overleggen met de andere sleutelfunctiehouders van het pensioenfonds gehad.
- De Sleutelfunctiehouder Risicobeheer is gedurende het jaar nauw betrokken geweest bij de ontwikkelingen bij onze belangrijkste uitbestedingsrelaties. Periodiek is er overleg met de tweedelijns risicomanagementfuncties binnen die organisaties.
De hoofdrisico’s
Zoals hiervoor toegelicht hebben we per strategische doelstelling de hoofdrisico’s vastgesteld. In deze paragraaf nemen wij je op hoofdlijnen mee door de belangrijkste risico’s en hoe wij met de beheersing daarvan omgaan. Daarbij hebben we onderscheid gemaakt naar financiële en niet-financiële risico’s.
1. Financiële risico’s
De financiële risico’s zijn in beginsel de meetbare risico’s. Om deze te monitoren zijn grenzen vastgesteld. In deze paragraaf lichten we de financiële risico’s toe.
Marktrisico
Het marktrisico is het risico dat de marktprijzen van onze beleggingen dalen. Dit risico heeft betrekking op de portefeuille zakelijke waarden (aandelen, vastgoed en private equity). Het risico van de vastrentende waarden valt onder het rente- en kredietrisico. Met een strategische balansanalyse (een ALM-studie) gaan wij na of de gekozen portefeuille met zakelijke waarden voldoet aan het gewenste risico-/rendementsprofiel. Eén van de belangrijkste maatregelen om het marktrisico te dempen is het wereldwijd spreiden van beleggingen in zakelijk waarden.
Matching- en renterisico
Renterisico
We waarderen de verplichtingen op de rekenrente zoals die wordt gepubliceerd door De Nederlandsche Bank. Hierdoor is onze dekkingsgraad gevoelig voor renteschommelingen. Om het renterisico te beheersen, hanteren we een renteafdekkingsbeleid. Hierbij maken we gebruik van de vastrentende beleggingen (zoals obligaties) aangevuld met renteswaps. Die bewegen in principe in omgekeerde richting mee met een renteverandering en beperken daarmee de risico’s van rentedalingen. Aan de andere kant geldt dat we door de renteafdekking minder profiteren van een rentestijging. Bij een stijging van de rente neemt zowel de waarde van de vastrentende waarden als renteswaps af, en ook de waarde van de verplichtingen. Omdat we niet het volledige renterisico afdekken, stijgt de dekkingsgraad per saldo bij een stijging van de rente. Voor de afdekking van het renterisico hanteren we een vaste mate van renteafdekking van 70%.
We monitoren van het renterisico op dagbasis en de beleggingscommissie wordt direct op de hoogte gebracht van het raken van bandbreedtes rondom de strategische mate van renteafdekking. Daarnaast ontvangt het bestuur op maand- en kwartaalbasis risicorapportages.
Inflatierisico
We streven ernaar om de pensioenen te indexeren volgens de Nederlands consumentenprijsinflatie (CPI). Hoewel dit een voorwaardelijke indexatie betreft, loopt het pensioenfonds een risico bij hoge inflatie.
Inflatierisico is het risico dat de werkelijke inflatie hoger uitvalt dan verwacht of dat de inflatieverwachtingen toenemen. Het is onderdeel van de analyses voor het vaststellen van het beleggingsbeleid. Dit risico dekken we gedeeltelijk af door te beleggen in inflatiegerelateerde obligaties. Daarnaast zijn in de portefeuille beleggingscategorieën opgenomen die naar verwachting in waarde toenemen als de inflatie stijgt (zoals vastgoed).
Valutarisico
Wij beleggen wereldwijd, waarbij veel beleggingen in een andere valuta dan de euro noteren. Om de gevoeligheid van de waarde van de beleggingen voor veranderingen in de wisselkoers te beperken, dekken we het valutarisico (deels) af. Het uitgangspunt is: we dekken het valutarisico af als de waarde van de beleggingen direct wordt beïnvloed door veranderingen in de wisselkoers. Bij sommige beleggingscategorieën is deze relatie sterker dan bij andere. Zo dekken we bij de beleggingen in vastrentende waarden het valutarisico in beginsel volledig af. Bij de beleggingen in zakelijke waarden ligt de mate van valuta-afdekking lager. Het valutarisico wordt beheerst met FX forwards. Dit zijn instrumenten waarbij één valuta wordt geruild tegen een andere valuta op een afgesproken tijdstip in de toekomst. Monitoring van het valutarisico vindt op dagbasis plaats. In het integraal risicomanagement hebben we limieten gedefinieerd waarmee het valutarisico wordt beheerst.
Liquiditeitsrisico
Een deel van het vermogen beleggen we in categorieën die op korte termijn niet verhandeld kunnen worden zonder (grote) negatieve impact op de prijs. Dit zijn beleggingen met een lage liquiditeit. Dit doen we omdat we de overtuiging hebben dat deze beleggingen van toegevoegde waarde zijn voor de beleggingsportefeuille. Daarnaast passen deze beleggingen goed bij het langetermijnkarakter van het pensioenfonds. Bij het samenstellen van de beleggingsportefeuille is rekening gehouden met de verwachte tijd om een positie te verhandelen. Om het liquiditeitsrisico van de beleggingsportefeuille te beheersen hebben we beleidsgrenzen gedefinieerd. Via periodieke rapportages monitoren we of de liquiditeit van de portefeuille binnen de grenzen van het beleid valt.
Kredietrisico en tegenpartijrisico
Kredietrisico is het risico dat tegenpartijen waaraan een lening ter beschikking is gesteld, hun verplichtingen niet of niet volledig nakomen. Wij lopen kredietrisico op derivaten, vastrentende waarden en bij het aanhouden van kasgeld. Het risicomanagement is erop gericht om de kans te beperken dat een tegenpartij failliet gaat en als de tegenpartij toch failliet gaat het verlies te beperken. Voorbeelden van beheersing zijn een brede spreiding naar leningen in de portefeuille en limieten aan kredietrisico. Voor de beleggingen voeren we op kwartaalbasis een gevoeligheidsanalyse uit, waarbij we in kaart brengen wat de impact van een hoger kredietrisico (risicopremie) op het vermogen en de dekkingsgraad is.
Actief risico
Een deel van de beleggingen in de beleggingsportefeuille beheren we actief. Dat betekent dat we externe vermogensbeheerders de ruimte geven om af te wijken van de brede marktindex (benchmark). Vermogensbeheerders maken op basis van kennis en ervaring afwijkende keuzes om naar verwachting extra rendement te behalen. Om het risico te beheersen dat vermogensbeheerders een te geconcentreerde beleggingsportefeuille aanhouden, stellen we grenzen aan het actief afwijken van de brede marktindex. Dit doen we per soort belegging, maar ook op niveau van de totale beleggingsportefeuille. Daarnaast evalueren we periodiek de toegevoegde waarde van het actief afwijken van de index.
Verzekeringstechnisch risico
Het verzekeringstechnisch risico is het risico dat voortvloeit uit mogelijke afwijkingen van actuariële inschattingen die worden gebruikt voor de vaststelling van de technische voorzieningen en de hoogte van de premie. De belangrijkste actuariële risico’s zijn de risico’s van langleven, overlijden (kortleven) en arbeidsongeschiktheid. In de jaarlijkse actuariële analyse worden de afwijkingen tussen de (technische) aannames en de werkelijk waargenomen ontwikkelingen geanalyseerd. Deze risico’s zijn een gegeven en moeten we daarom accepteren. Een manier van beheersing is het herverzekeren van dit risico. Gezien de omvang van het pensioenfonds kiezen we daar niet voor en hebben we het verzekeringstechnisch risico volledig in eigen beheer.
De belangrijkste maatregel om dit risico te beheersen is een jaarlijkse externe toetsing van de gehanteerde pensioenfondsgrondslagen op prudentie. Eind 2022 heeft een herziening van de overlevingstafels en ervaringssterfte plaatsgevonden, waardoor de meest recente ontwikkelingen op het gebied van levensverwachting worden toegepast. De prudentie van de overige gehanteerde grondslagen wordt periodiek beoordeeld. In 2022 heeft een grote toetsing plaatsgevonden. In 2023 heeft een toetsing op de grondslag voor wezenpensioen plaatsgevonden naar aanleiding van de wijziging van de pensioenregeling per 1-1-2023. De volgende (uitgebreide) toetsing is voorzien voor eind 2024.
ESG-risico
ESG-risico is het risico op handelingen door bedrijven met structurele negatieve impact op omgeving (Environmental), maatschappij (Social) en Governance, waardoor de waarde van de beleggingen van het pensioenfonds kan dalen. Denk daarbij aan de gevolgen van klimaatverandering, sociale impact (het risico om verantwoordelijkheid te dragen voor bijvoorbeeld mensenrechtenschending) of ESG-incidenten, wat kan leiden tot boetes of verlies van omzet. Voorbeelden van beheersing op het ESG-risico zijn; het doen van uitsluitingen, het in dialoog gaan met bedrijven, monitoring van een ESG-risicomaatstaf en het reduceren van de CO2-uitstoot van de beleggingsportefeuille. Hoe wij omgaan met het ESG-risico kun je uitgebreider lezen in het Duurzaamheidsverslag. Je vindt het op onze website.
2. Niet-financiële risico’s
We hebben ook te maken met niet-financiële risico’s. Dat gaat om risico’s die vooral de uitvoering van de pensioenregeling onder druk kunnen zetten. Het betreft ook het bieden van het gewenste handelingsperspectief aan deelnemers en de communicatie richting deelnemers en andere betrokkenen. Voor de verschillende niet-financiële risico’s hebben wij geen grenzen vastgesteld, maar we realiseren ons terdege dat er grote financiële schade kan ontstaan door bijvoorbeeld reputatieschade, niet integer handelen of een onjuiste uitvoering door de externe uitbestedingspartijen. Hieronder een toelichting op de niet-financiële risico's.
Inadequate bestuurlijke processen
Als eerste niet-financiële noemen we het risico dat het pensioenfonds onzorgvuldige of onvolledige besluiten neemt of niet de juiste fondsorganen betrekt in de besluitvorming. Kernpunten daarbij zijn onvoldoende invulling van bestuursprocessen, inadequate organisatie en governancestructuur en onvolledige informatievoorziening aan het bestuur. Vanuit het pensioenfonds ziet het dagelijks bestuur op deze kernpunten toe en de bestuursleden worden hierop ook aangesproken tijdens de evaluatie die iedere bestuursvergadering plaatsvindt. Daarnaast heeft ook het Intern Toezicht een rol in het bestuurlijk proces en ziet het toe op de algemene gang van zaken binnen het pensioenfonds. Ten slotte heeft ook het verantwoordingsorgaan een adviesrol en geeft het een oordeel over het handelen van het bestuur.
Uitbestedingsrisico
Dit is het risico dat ontstaat als we werkzaamheden hebben uitbesteed aan externe partijen en deze partijen niet voldoen aan onze kwaliteitseisen. Het bestuur is verantwoordelijk voor de (onder)uitbesteding en zorgt voor voldoende waarborgen om hierop in control te zijn. Deze waarborgen behelzen onder andere het vastleggen in contracten en bijbehorende documenten van alle gemaakte afspraken over de kwaliteit van de dienstverlening, het duidelijk vastleggen van exit-voorwaarden en het verkrijgen van uitgebreide managementinformatie met een schriftelijke verantwoording over de uitvoering door de uitvoerder. Per kwartaal wordt door de uitvoerders een uitgebreide rapportage aangeleverd. Deze rapportages worden zowel door het bestuur als tussen het bestuur en de uitvoerders besproken.
Integriteitsrisico
Het integriteitsrisico wordt gedefinieerd als het risico dat de integriteit van het pensioenfonds of het financiële stelstel wordt beïnvloed als gevolg van niet-integere en onethische gedragingen binnen de organisatie van het pensioenfonds en van betrokken uitbestedingspartijen. Pensioenfondsen moeten jaarlijks een analyse maken van de integriteitsrisico’s die samenhangen met uitbestedingen. Ze moeten voorkomen dat ze betrokken raken bij handelingen die tegen de wet ingaan of handelingen die maatschappelijk onbetamelijk zijn. Wij onderkennen het belang van een goede en gedegen integriteitsrisicoanalyse. In 2023 hebben we een update gemaakt van de integriteitsanalyse. Hiermee voldoet de analyse aan de laatste inzichten.
Juridisch risico
Het juridisch risico hangt samen met veranderingen in en naleving van wet- en regelgeving, het mogelijk bedreigd worden van de rechtspositie, met inbegrip van de mogelijkheid dat contractuele bepalingen niet afdwingbaar zijn of niet correct gedocumenteerd worden. Het bestuur maakt onderscheid tussen het juridisch risico dat ontstaat door externe regelgeving en door eigen contracten. Om in controle te zijn ontvangt het pensioenfonds op kwartaalbasis een rapportage met de laatste actualiteiten op het gebied van wet- en regelgeving.
Omgevingsrisico
Het omgevingsrisico wordt beperkt door op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen via onder andere de Pensioenfederatie en externe adviseurs en door een actieve rol in de pensioendiscussie te spelen. We volgen de vele ontwikkelingen in pensioenland die invloed hebben op ons pensioenfonds op de voet. Een belangrijk onderwerp voor de komende jaren is de Wet toekomst pensioenen. Met betrekking tot de continuïteit van ons pensioenfonds kan gesteld worden dat het risico dat Koninklijke KPN N.V. (en gelieerde ondernemingen) haar verbintenis opzegt als nihil wordt ingeschat. Mocht dit wel gebeuren, dan heeft het bestuur hiervoor een scenario-analyse gemaakt. In die situatie zal er geen opbouw meer plaatsvinden van nieuwe pensioenen, maar blijft het pensioenfonds voor de in het verleden opgebouwde rechten bestaan.
Onvoldoende pensioenbewustzijn
Het risico van onvoldoende pensioenbewustzijn is dat deelnemers geen goed zicht hebben in hun eigen pensioen en de keuzemogelijkheden. Met een strategisch communicatieplan proberen we bewustwording bij deelnemers te creëren. Daarbij realiseren we ons dat we ondanks alle inspanningen niet de volledige deelnemerspopulatie zullen bereiken.
IT-risico
IT-risico definiëren we als het risico dat onderdelen van de dienstverlening op het gebied van IT ontoereikend zijn. Dat kan een negatieve impact hebben op de complete dienstverlening. Voorbeelden zijn ontoereikendheid in: beschikbaarheid van IT, beveiliging van IT-processen, toegang tot data en aanpasbaarheid van systemen. In 2022 hebben we ons IT-beleid geëvalueerd en aangescherpt. Risicobeheersing is daarin een nadrukkelijk onderwerp.
Datakwaliteitsrisico
Het datakwaliteitsrisico is het risico dat de data die nodig is voor het vaststellen van de pensioenkapitalen, de pensioenrechten en - aanspraken niet juist zijn. Onjuistheden in deze data zijn ongewenst, omdat deelnemers van het pensioenfonds er op moeten kunnen rekenen dat hun pensioenrechten en -aanspraken op de juiste wijze worden vastgesteld en vastgelegd. Om het risico te beperken maar ook voor een verantwoorde overgang naar het nieuwe pensioenstelsel, waarover overigens nog besloten moet worden, is eind 2023 gestart met een datakwaliteitsproject. We doen dit in nauwe samenwerking met onze pensioenuitvoerder TKP Pensioen. Ook na de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel zal datakwaliteit een belangrijk onderwerp blijven.
Overige niet-financiële risico’s
Naast deze risico’s blijven we alert op mogelijke nieuwe risico’s die de doelstellingen van het pensioenfonds kunnen bedreigen.
Instrumenten en beheersing
Om risico’s te identificeren, analyseren en in controle te zijn zetten we verschillende instrumenten in. Een aantal belangrijke instrumenten lichten wij hier graag toe.
1. Risk Self Assessment (RSA)
Een RSA is een risicoanalyse waarbij de belangrijkste risico’s in kaart worden gebracht die het realiseren van de doelstellingen bedreigen. De risicoanalyse is gericht op zowel de interne als de externe bedrijfsomgeving. Met een RSA beoordeelt het pensioenfonds of de bestaande beheersing goed functioneert en passend is bij de risicobereidheid van het pensioenfonds. Deze risicoanalyse vindt plaats over een periode van twee jaar waarbij alle belangrijke risico's worden geanalyseerd. Vastlegging vindt plaats in een beheersingsraamwerk.
In 2023 heeft een RSA voor het verzekeringstechnisch risico en datakwaliteitsrisico plaatsgevonden. Ten aanzien van het verzekeringstechnisch risico is vastgesteld dat het risico binnen de risicobereidheid valt en dat er geen aanvullende beheersmaatregelen nodig zijn. Voor het datakwaliteitsrisico is vastgesteld dat het project datakwaliteit dat medio 2024 wordt afgerond een belangrijke beheersmaatregel is om het risico te beheersen.
2. Eigenrisicobeoordeling (ERB)
In ons ERB-beleid staat beschreven op welke wijze we de robuustheid van de doelstellingen beoordelen. De nadruk ligt op risico’s waar we in de toekomst mogelijk aan worden blootgesteld. De ERB wordt minimaal één keer per drie jaar uitgevoerd. De laatste ERB hebben we in 2021 uitgevoerd. Vooruitlopend op de Wet toekomst pensioenen (Wtp) is eind 2023 een ERB Wtp gestart.
3. ALM-studie
Een Asset Liability Management (ALM) studie is een strategische analyse waarbij de risico's van de balans van het pensioenfonds in kaart worden gebracht. Er wordt gekeken naar de vermoedelijke toekomstige ontwikkelingen van de beleggingen en de pensioenverplichtingen. Een ALM-studie geeft daarmee inzicht in hoe de belangrijkste risicofactoren in de balans van het pensioenfonds doorwerken. Door deze risico's inzichtelijk te maken kan het bestuur deze meewegen in de strategische beleidsvorming. Wanneer risico's in relatie tot de strategische doelstellingen te groot zijn, kan het bestuur beleid maken om de risico's te beheersen.
4. Systematische integriteitsrisicoanalyse (SIRA)
De SIRA richt zich op de beheersing van het integriteitsrisico binnen ons pensioenfonds en bij uitbestedingspartijen. Belangrijke aandachtspunten zijn onder andere het voorkomen en bestrijden van belangenverstrengeling en corruptie. We herijken de integriteitrisicoanalyse iedere drie jaar, of eerder bij een grote verandering. In 2022 is de laatste SIRA uitgevoerd en in 2023 geupdate. Vanuit de update zijn enkele acties geformuleerd die in het najaar van 2023 zijn opgepakt, waaronder het opstellen van een business continuity plan voor het bestuur.