Je pensioenfonds financieel
Rendement, dekkingsgraad, toeslagverlening & premie
Hoe je pensioenfonds ervoor staat, kun je zien aan de dekkingsgraad. De dekkingsgraad geeft aan in hoeverre de pensioenen gedekt zijn door voldoende vermogen. Hoe hoger die is, des te beter we ervoor staan.
Twee verschillende dekkingsgraden zijn van belang:
Het jaar 2023 stond vooral in het teken van de inflatie en de reactie hierop van centrale banken. Mede door de oorlog in Oekraïne bereikte de inflatie wereldwijd niveaus die al heel lang niet gezien zijn en centrale bankiers angst aanjagen. Centrale banken hebben in 2023 de rente dan ook aanzienlijk verhoogd. Richting het einde van het jaar werd echter duidelijk dat de inflatie afnam en dat de centrale banken naar verwachting de rente gaan verlagen in 2024. Dit werkte gunstig uit voor aandelen en vastrentende beleggingen. Wij behaalden een rendement, op onze beleggingen voor risico van het pensioenfonds, van 7,5% (inclusief renteafdekking, meer details over het resultaat lees je in de volgende paragraaf). Door de positieve rendementen steeg het totale vermogen met € 838 miljoen. Omdat wij jaarlijks meer aan pensioen uitkeren dan dat we aan premie binnenkrijgen, moesten we voor de uitbetaling van de pensioenen € 233 miljoen onttrekken aan de beleggingen. Per saldo was de waarde van de beleggingen eind 2023 € 605 miljoen hoger dan eind 2022. Per eind 2023 was de waarde van de beleggingen € 11,1 miljard.
Het beleggingsrendement droeg positief bij aan onze financiële positie. Daar stond tegenover dat de gedaalde rente zorgde voor een hogere waardering van de verplichtingen. Dit is niet gunstig voor onze financiële positie. De gemiddelde rente waarmee we onze pensioenverplichtingen moeten berekenen daalde van 2,66% (2022) naar 2,36% (2023). In totaal stegen onze pensioenverplichtingen van € 8,6 miljard (2022) naar € 9,0 miljard (2023).
Per saldo zorgden bovenstaande ontwikkelingen ervoor dat de actuele dekkingsgraad het jaar op een hogere stand afsloot. Maar onze beleidsdekkingsgraad daalde. De actuele dekkingsgraad steeg van 121,5% (eind 2022) naar 122,8% (eind 2023). De beleidsdekkingsgraad daalde van 128,9% (eind 2022) naar 123,7% (eind 2023).
Onze financiële buffers per eind 2023 voldoen net als in 2022 aan de wettelijke eisen.
| Dekkingsgraad primo | 121,5% |
| Effect toeslag | 0,0% |
| Effect premie | 0,0% |
| Effect uitkeringen plus kosten | 0,8% |
| Effect beleggingsresultaat incl. renteafdekking | 4,1% |
| Effect a.g.v. van wijziging rentetermijnstructuur | -3,8% |
| Effect a.g.v. wijziging actuariële grondslagen | 0,0% |
| Effect overige oorzaken | 0,2% |
| Dekkingsgraad ultimo | 122,8% |
In 2023 hadden de positieve beleggingsopbrengsten en de stijging van de verplichtingen door de gedaalde rente de meeste impact op onze financiële positie. Maar er was meer dat onze financiële positie beïnvloedde. In de tabel hieronder is een overzicht opgenomen:
Hierboven zie je hoe het vermogen sinds 2012 is aangegroeid – dat komt vooral door de waardestijgingen van de beleggingen, maar ook door premiebetaling voor nieuwe pensioenopbouw. Je ziet ook dat tegelijkertijd de pensioenverplichtingen per saldo zijn gestegen – dat komt met name door de gedaalde rente tot 2023. Zoals je ziet ligt de lijn van de beleggingen (het vermogen) de laatste jaren wel boven die van de pensioenverplichtingen – de dekkingsgraad is dan hoger dan 100%.
Wij kijken voor de toeslagverlening naar de prijsstijgingen (inflatie) over de periode september tot en met september zoals die door het Centraal Bureau voor de Statistiek worden gepubliceerd. De prijzen in Nederland13 daalden in de meetperiode september 2022 – september 2023 met 1,39%. Dat houdt in dat er na een periode van forse prijsstijgingen nu sprake is van deflatie. Wij hebben conform het beleid van het pensioenfonds besloten de pensioenen per 1 januari 2024 niet te verhogen. De deflatie is verwerkt in de toeslagachterstand.
13. Jaarlijks bepalen we de prijsstijging met het CBS consumentenprijsindexcijfer voor alle bestedingen (afgeleid) over de periode september-september.
In het verleden hebben wij de pensioenen niet altijd volledig kunnen laten meegroeien met de inflatie. Gemiste toeslagen kunnen we volgens ons pensioenreglement in de toekomst goedmaken als onze beleidsdekkingsgraad daarvoor hoog genoeg is. Dat noemen wij een inhaaltoeslag.
Onze beleidsdekkingsgraad zou volgens de richtlijnen van het huidige pensioenstelsel per eind 2023 ten minste 128,6% moeten bedragen om een inhaaltoeslag te verlenen. Daar bleven we echter onder en dus konden wij per eind 2023 geen inhaaltoeslag verlenen.
De achterstand in de toeslagen per 1 januari 2024 is voor de deelnemers die nog pensioen opbouwen maximaal 19,09% en voor de pensioengerechtigden en gewezen deelnemers maximaal 18,53%. Jouw achterstand in toeslagen hangt af van hoe lang je al deelnemer bent bij het pensioenfonds.
Volgens de Pensioenwet moeten pensioenfondsen een herstelplan indienen bij de Nederlandse Bank als de beleidsdekkingsgraad te laag is. Sinds juni 2021 ligt onze beleidsdekkingsgraad boven de grens die daarvoor geldt. We hoeven daarom geen herstelplan in te dienen.
Het pensioenfonds voert jaarlijks de zogenaamde haalbaarheidstoets uit. Hiermee wordt onderzocht of we op de zeer lange termijn (60 jaar) de door ons geformuleerde ambitie voor het pensioenresultaat naar verwachting kunnen halen. In de toets wordt gekeken naar onze financiële uitgangspunten en onze risicohouding.
In juni 2023 hebben we deze toets voor het laatst afgerond. Alle uitslagen blijven binnen de grenzen van de risicohouding zoals die in november 2018 zijn vastgelegd in overleg met de werkgever KPN en de vakbonden. Vanuit de actuele financiële positie per 31 december 2022 kunnen we op de lange termijn naar verwachting het beoogde pensioenresultaat (dat is het beoogde pensioen inclusief onze toeslagambitie) waarmaken. De afwijking naar beneden bij een ‘slecht-weerscenario’ blijft ook binnen de geldende marge (maximaal 35% afwijking).
| Juni 2023 | Ondergrenzen vanuit beleid | Uitkomsten haalbaarheidstoets |
|---|---|---|
| Vanuit feitelijke positie | 92,0% | 104,0% |
| Afwijking bij "slecht-weerscenario" | 35,0% | 29,4% |
De actieve deelnemers betalen samen met de werkgever premie voor de opbouw van hun pensioen. De totale premie is 23% van de som van de pensioengrondslagen, waarbij de werkgever 16% betaalt en de actieve deelnemer 7%. De pensioengrondslag is het deel van het salaris waarover je pensioen opbouwt. Deze vaste premie van 23% is afgesproken tot en met 31 december 2025.
De vaste premie wordt jaarlijks in het premiedepot gestort. Ieder jaar onttrekken we aan dat depot de zogeheten gedempte kostendekkende premie voor de nieuwe pensioenopbouw van de actieve deelnemers. Op 1 januari 2023 was de waarde van het premiedepot € 82,5 miljoen (inclusief voorlopige afrekening). Eind 2023 is dat € 69,6 miljoen (inclusief voorlopige afrekening). Er is een daling door het verschil tussen de gedempte kostendekkende premie (in 2023: 26,44%) en de vaste premie van 23%. Het premiedepot nam in 2023 toe door een positief beleggingsrendement. Per saldo is het premiedepot afgenomen.
In het pensioenreglement is vastgelegd dat als de vaste premie van 23% onvoldoende is en er in het premiedepot niet voldoende geld zit om de gedempte kostendekkende premie te kunnen betalen, dat in dat jaar de pensioenopbouw verlaagd zal worden. Dat is tot nu toe nog niet voorgekomen.
(Gedempte) kostendekkende premie
Volgens de huidige Pensioenwet moet de kostendekkende premie ten minste bestaan uit de volgende onderdelen:
De toeslagpremie is bij ons op nihil gesteld, omdat de toeslagverlening volgens ons pensioenreglement uit overrendementen wordt gefinancierd.
Ons pensioenfonds maakt gebruik van de mogelijkheid om de kostendekkende premie te dempen. Vanaf 2016 wordt de gedempte kostendekkende premie berekend met een rendementscurve op basis van de maximaal toegestane parameters. De rendementscurve staat in principe voor vijf jaar vast, maar kan aangepast worden als de maximaal toegestane parameters wijzigen.
Het pensioenfonds voldoet in 2023 aan de eis dat de feitelijke premie minimaal gelijk is aan de gedempte kostendekkende premie.