Meerjarenoverzicht van kerncijfers en kengetallen

Bedragen x € 1,0 miljoen	2023	2022	2021	2020	2019
Aantal verzekerden (per eind van het jaar)
Deelnemers, actief en voortgezet	11.055	10.656	11.497	12.025	12.366
Gewezen deelnemers (slapers)	36.511	39.003	39.266	39.581	39.708
Pensioengerechtigden	23.926	23.243	22.445	21.611	20.775
Totaal aantal verzekerden	71.492	72.902	73.208	73.217	72.849

Pensioenen
Kostendekkende premie	122	163	184	169	150
Gedempte kostendekkende premie	126	118	125	98	102
Ontvangen jaarpremie	128	121	128	127 ¹	113

Uitvoeringskosten	10	10	9	10	9
Uitkeringen	312	284	252	242	233

Toeslagverlening ²
Actieve deelnemers	0,00%	10,50%	2,57%	0,11%	0,41%
Gewezen deelnemers en pensioengerechtigden	0,00%	11,82%	2,57%	0,13%	0,48%
Inhaaltoeslag actieve deelnemers ³	0,00%	0,00%	0,83%	0,00%	0,00%
Inhaaltoeslag gewezen deelnemers en pensioengerechtigden ³	0,00%	0,00%	0,83%	0,00%	0,00%

Vermogen en solvabiliteit
Aanwezig eigen vermogen	2.044	1.842	3.073	1.830	1.756
Minimaal vereist eigen vermogen (Pensioenwet art. 131)	330	313	399	419	385
Vereist eigen vermogen (Pensioenwet art. 132)	1.481	1.447	1.718	1.780	1.684
Technische voorziening risico pensioenfonds	7.791	7.491	9.489	9.980	9.179
Technische voorziening risico deelnemers	1.186	1.068	1.376	1.264	1.192
Actuele dekkingsgraad	122,8%	121,5%	128,3%	116,3%	116,9%
Beleidsdekkingsgraad	123,7%	128,9%	125,3%	110,3%	114,3%

Duration van de voorziening	15,3	15,6	17,8	18,6	18,2

Gemiddelde marktrente	2,4%	2,7%	0,5%	0,1%	0,7%

1. De ontvangen premie in 2020 is inclusief de koopsom voor de affinanciering van het VPL-pensioen, die apart bij de werkgever in rekening is gebracht.
2. De toeslag die per 1 januari van enig jaar wordt toegekend, wordt verwerkt in de balans van 31 december van het jaar ervoor.
3. De inhaaltoeslag van 1 januari 2022 geldt voor actieve en gewezen deelnemers en pensioengerechtigden die deelnamen aan de pensioenregeling per 31 december 2008. De inhaaltoeslag en eventuele nabetaling worden bepaald over het pensioen dat is opgebouwd tot en met 31 december 2008. De inhaaltoeslag was reeds verwerkt in de financiële positie ultimo 2021.

Bedragen x € 1,0 miljoen	2023	2022	2021	2020	2019
Kostenratio`s
Totale kostenratio (in % van het gemiddeld belegd vermogen)	0,72%	0,69%	0,76%	0,72%	0,62%
Pensioenbeheerkosten ⁴ (in euro per deelnemer/pensioengerechtigde)	€ 199	€ 217	€ 194	€ 206	€ 213
Vermogensbeheerkosten ⁵ (in % van het gemiddeld belegd vermogen)	0,64%	0,62%	0,71% ⁶	0,65% ⁷	0,55%
Transactiekosten (in % van het gemiddeld belegd vermogen)	0,13%	0,12%	0,11%	0,12%	0,13%

Beleggingen
Beleggingen risico pensioenfonds ⁸	9.907	9.420	12.672	11.918	11.053
Beleggingsopbrengsten risico pensioenfonds	681	-3.068	858	970	1.689
Beleggingen risico deelnemer	1.186	1.068	1.367	1.264	1.192
Beleggingsopbrengsten risico deelnemer	137	-283	137	104	184

Samenstelling beleggingsportefeuille
Aandelen ⁹	25,7%	30,0%	38,4%	36,5%	34,0%
Vastrentende waarden	51,9%	53,5%	50,1%	50,7%	56,3%
Vastgoed	10,1%	12,1%	7,7%	7,0%	8,0%
Derivaten	-12,5%	-15,0%	0,3%	4,3%	2,3%
Liquide middelen ¹º	24,8%	19,4%	3,5%	1,5%	-0,6%

Beleggingsrendement (exclusief vermogen in BPR-regeling en premiedepot)
Jaarrendement portefeuille ¹¹	7,5%	-24,5%	7,4%	9,2%	18,3%
Afgelopen 5 jaar in % ¹²	2,4%	0,6%	7,9%	8,7%	7,5%
Afgelopen 10 jaar in % ¹²	5,3%	4,7%	9,0%	9,3%	9,4%

4. De pensioenuitvoeringskosten worden gerapporteerd in euro’s per deelnemer, waarbij het aantal deelnemers de som is van het aantal actieve deelnemers en pensioengerechtigden. In deze kosten zitten geen schattingselementen. De kosten per deelnemer in 2021 zijn gecorrigeerd voor het deel van de WTP-kosten over 2021 die in 2022 betaald zijn.
5. De vermogensbeheerkosten zijn exclusief transactiekosten.
6. De vermogensbeheerkosten van het jaar 2021 zijn in het jaarverslag van 2021 € 19,8 miljoen, (0,16%) te laag gerapporteerd. De gecorrigeerde cijfers zijn in deze tabel verwerkt.
7. De vermogensbeheerkosten van het jaar 2020 zijn in het jaarverslag van 2020 € 1,1 miljoen (0,01%) te hoog gerapporteerd. De gecorrigeerde cijfers zijn in deze tabel verwerkt.
8. De balanswaarde van de beleggingen bestaat uit de beleggingen voor risico pensioenfonds, marktwaarde derivaten, vorderingen inzake beleggingen die zijn gepresenteerd onder de vorderingen op de balans en de schulden inzake beleggingen die zijn gepresenteerd onder de schulden op de balans.
9. Private equity maakt onderdeel uit van de categorie aandelen.
10. In 2019 negatief vanwege een negatieve tegenwaarde van de futures. Beleggingen in money market fondsen maken onderdeel uit van de categorie “Liquide Middelen”.
11. Inclusief derivaten en inclusief het rendement op het solvabiliteitsdepot.
12. Het rendement is berekend op basis van de geometrische methode.