Spring naar inhoud

Transparant over kosten

Transparant over kosten

Pensioenfonds KPN maakt kosten om de pensioenen professioneel te beheren. We maken kosten voor het pensioenbeheer en het vermogensbeheer en we maken transactiekosten voor het aan- en verkopen van beleggingen. Wij vinden het belangrijk transparant te zijn over de kosten. Daarom leggen we er in dit hoofdstuk uitgebreid verantwoording over af.

Kosten in de afgelopen 5 jaar

In de tabel hieronder zie je de kosten die we maken weergegeven voor de afgelopen 5 jaar.

  2022 2021 2020 2019 2018
Pensioenbeheerkosten
(in euro per deelnemer/pensioengerechtigde)
€ 217 € 194 € 213 € 222 € 209
Vermogensbeheerkosten
(in % van het gemiddeld belegd vermogen)
0,62% 0,71% * 0,65% ** 0,55% 0,47%
Transactiekosten
(in % van het gemiddeld belegd vermogen)
0,12% 0,11% 0,12% 0,13% 0,26%

Toelichting op de diverse kostensoorten

Kosten pensioenbeheer
De kosten van pensioenbeheer bevatten de totale kosten voor pensioenbeheerdienstverlening van TKP en een toedeling vanuit de algemene kosten. Onder de algemene kosten vallen onder andere de contributies en bijdragen voor de toezichthouders, accountants- en actuariskosten en advieskosten, de kosten van het bestuur en bestuursbureau. Deze algemene kosten worden deels toegewezen aan de pensioenbeheerkosten en deels toegewezen aan de vermogensbeheerkosten. Deze toewijzing vindt plaats naar de verhouding van de pensioenbeheerkosten dan wel vermogensbeheerkosten ten opzichte van de totale kosten.

Deze verhouding is niet constant. De pensioenbeheerkosten zijn redelijk constant, terwijl de vermogensbeheerkosten veel volatieler zijn. De vermogensbeheerkosten zijn daarnaast afhankelijk van de omvang van het belegd vermogen en de vergoedingen die deels prestatieafhankelijk zijn. Voor het jaar 2022 wordt 10,1% van de algemene kosten toegewezen aan de pensioenbeheerkosten. Omdat de kosten voor pensioenbeheer zijn toegenomen ten opzichte van vorig jaar en de kosten van vermogensbeheer zijn afgenomen, is dit percentage toegenomen.

De totale kosten van het pensioenbeheer zijn in 2022 ten opzichte van 2021 gestegen met € 793 duizend. De grootste toenames worden veroorzaakt door:

  • de kosten die samenhangen met de invoering van de Wet toekomst pensioenen bij TKP. Deze kosten zijn in het jaar 2022 betaald voor de jaren 2021 en 2022 tezamen (€ 560 duizend). Van dit bedrag heeft € 210 duizend betrekking op het jaar 2021.
  • de toename van advieskosten en accountantskosten ten opzichte van 2021 (€ 259 duizend);
  • de uitbreiding van het bestuursbureau (€ 105 duizend).

De pensioenbeheerkosten worden gerapporteerd in euro’s per deelnemer (berekend over actieve deelnemers en pensioengerechtigden). In deze kosten zitten geen schattingselementen. In de pensioenbeheerkosten per deelnemer in 2022 zijn de Wtp-kosten die toehoren aan het jaar 2022 meegenomen. De overige in 2022 betaalde Wtp-kosten van € 210 duizend zijn toegerekend aan het jaar 2021. De pensioenbeheerkosten per deelnemer stijgen van € 194 in 2021 naar € 217 in 2022. De vergelijkende cijfers ten behoeve van de pensioenbeheerkosten van 2021 zijn aangepast waarbij de Wtp-kosten van 2021 zijn meegenomen.

Bestuursoordeel over de kosten pensioenbeheer
Het bestuur heeft de kosten pensioenbeheer beoordeeld, waaronder de toewijzing van de algemene kosten aan de kosten pensioenbeheer. Het bestuur concludeert dat het systeem van toewijzing van de algemene kosten, hoewel dit wel met fluctuaties gepaard gaat, in de tijd consistent en uitlegbaar is. Het bestuur acht de kosten voor de uitvoering van de pensioenregeling in lijn met de complexiteit van de pensioenregeling. Daarbij merkt het bestuur op dat de stijging van de kosten ook door projectkosten in het kader van Wtp worden gemaakt. De verwachting is dat deze projectkosten nog enkele jaren zullen voortduren.

Kosten vermogensbeheer DB-vermogen inclusief premiedepot
De vermogensbeheerkosten voor het DB-vermogen bedroegen in 2022 in totaal € 65,6 miljoen. Dat komt overeen met 0,62% over het gemiddeld belegd vermogen15. Dit betreft alle (direct en indirect) door het pensioenfonds betaalde vermogensbeheerkosten exclusief transactiekosten. De vermogensbeheerkosten bestaan uit de volgende onderdelen:

Directe kosten vermogensbeheer
De directe vermogensbeheerkosten bestaan uit de volgende posten:

  • Dienstverlening fiduciair vermogensbeheerder:
    • beheervergoeding: dit is een vaste beheervergoeding voor het operationeel vermogensbeheer per tijdsperiode die onafhankelijk is van de prestatie;
    • vergoeding advies, administratie en rapportage: dit is de vergoeding voor de integrale dienstverlening volgens de uitbestedingsovereenkomst.
  • Overige directe kosten: dit betreft onder andere de kosten van dienstverlening derivaten en de advieskosten van bijvoorbeeld het maatschappelijk verantwoord beleggen.
  • Algemene kosten waaronder kosten van het bestuur en het verantwoordingsorgaan, bestuursbureau, externe adviseurs en toezichtkosten, zijn naar rato (89,9%) toegerekend aan de vermogensbeheerkosten.

Indirecte kosten vermogensbeheer
De indirecte vermogensbeheerkosten bestaan uit kosten die worden gemaakt binnen de onderliggende beleggingsfondsen.

Deze bestaan uit de volgende posten:

  • Beheervergoeding externe managers: dit is een (basis) vergoeding per tijdsperiode die onafhankelijk is van de prestatie.
  • Performance fee externe managers: dit is een prestatieafhankelijke vergoeding voor het extra rendement (positief relatief rendement) dat een manager maakt door actief af te wijken van de marktstandaard (benchmark).
  • Overige kosten: dit betreft onder andere de vergoeding van de bewaarbank, administratiekosten, accountantskosten en juridische kosten.

De kosten van het vermogensbeheer worden gerapporteerd in euro’s en als percentage van het gemiddelde van het totaal belegd vermogen. De volgende tabellen geven dit per beleggingscategorie weer. De kosten voor niet-beursgenoteerd vastgoed en private equity worden gerapporteerd op basis van de ontvangen opgaven van de externe managers over de periode oktober 2021 tot en met 30 september 2022. Dit sluit aan bij de periode van het verwerken van de waarderingen. De andere kosten hebben betrekking op het gehele jaar 2022. Voor de overige beleggingscategorieën is het aandeel aan geschatte kosten beperkt.

Kosten vermogensbeheer*

(bedragen x € 1.000) Aandelen Private
equity
Vastgoed Vastrentende waarden Derivaten Overig Totaal
in duizenden euro 2022 10.916 19.441 10.011 11.106 0 14.102 65.576
in % van gemiddeld belegd vermogen 2022 0,10 0,18 0,10 0,11 0,00 0,13 0,62
in duizenden euro 2021 ** 15.511 28.688 15.898 13.008 0 13.788 86.894
in % van gemiddeld belegd vermogen 2021 ** 0,13 0,23 0,13 0,11 0,00 0,11 0,71

15. Het gemiddeld belegd vermogen is gelijk aan (0,5*december 2021 + januari 2022+ …+ 0,5*december 2022)/12.

Uit nagekomen informatie is gebleken dat in het jaarverslag over 2021 de kosten van vermogensbeheer voor de categorieën private equity en vastgoed te laag zijn gerapporteerd (€ 67,1 miljoen had moeten zijn € 86,9 miljoen; 0,55% had moeten zijn 0,71%). De correctie van de vermogensbeheerkosten heeft geen invloed op het gerapporteerde beleggingsrendement en vermogen in 2021. In het jaarverslag 2022 zijn de vergelijkende cijfers aangepast naar de juiste cijfers.

De vermogensbeheerkosten (excl. transactiekosten) zijn in 2022 (0,62% van het gemiddeld belegd vermogen) met € 21,3 miljoen gedaald ten opzichte van de gecorrigeerde cijfers van 2021 (0,71% van het gemiddeld belegd vermogen). Deze daling wordt vooral veroorzaakt door de daling van de performance fee vergoeding van externe managers binnen de beleggingsfondsen en discretionaire mandaten (€ 19,7 miljoen). Het extra rendement dat managers hebben behaald door af te wijken van de marktstandaard was namelijk lager dan in 2021.

Transactiekosten vermogensbeheer

Deze kosten betreffen de toe- en uittredingsvergoedingen van de beleggingsfondsen, de transactiekosten van discretionaire portefeuilles en de derivatentransacties. Deze kosten zijn in het gerapporteerde rendement verwerkt.

De transactiekosten zijn als volgt benaderd:

  • Aandelen: op basis van directe transactiekosten zoals commissie en belastingen en indirecte geschatte kosten zoals spread en marktimpact. Als deze kosten niet zichtbaar zijn worden ze vastgesteld op basis van schattingen;
  • Vastrentende waarden en derivaten: van vastrentende waarden zijn de transactiekosten slechts bij benadering vast te stellen. Deze kosten zijn niet zichtbaar bij aan- en verkopen, maar zijn een impliciet onderdeel van de spread tussen bied- en laatkoersen. Binnen deze fondsen worden de transactiekosten geschat op basis van de gemiddelde spread gedurende het jaar en de som van aan- en verkopen;
  • Niet-beursgenoteerd vastgoed en private equity: de transactiekosten zijn gebaseerd op kostenopgaven van managers. Voorbeelden van deze transactiekosten zijn acquisitie-, aan- en verkoopkosten en notariskosten.

De (geschatte) transactiekosten worden gerapporteerd in euro’s als een percentage van het gemiddelde van het totaal belegd vermogen.

(bedragen x € 1.000) Aandelen Private
equity
Vastgoed Vastrentende waarden Derivaten Totaal
in duizenden euro 2022 7.361 7 23 5.655 116 13.161
in % van gemiddeld belegd vermogen 2022 0,07 0,00 0,00 0,05 0,00 0,12
in duizenden euro 2021 6.434 449 263 4.749 1.114 13.008
in % van gemiddeld belegd vermogen 2021 0,06 0,00 0,00 0,04 0,01 0,11

De transactiekosten op basis van het gemiddeld belegd vermogen zijn licht gestegen (van 0,11% naar 0,12%). Onderdeel van deze kosten zijn de kosten van toe- en uittredingskosten van het pensioenfonds (€ 5,5 miljoen) in beleggingscategorieën. Deze komen ook voort uit aan- en verkopen vanwege beleidswijzigingen en vanwege bijsturingen om de beleggingsportefeuille binnen de gestelde bandbreedtes zoals gedefinieerd in het beleggingsbeleid te houden. Ten opzichte van 2021 zijn de transactiekosten gestegen vanwege meerdere bijsturingstransacties binnen de portefeuille om te kunnen voldoen aan de kasonderpand verplichtingen uit hoofde van de renteswaps.

De kosten van derivaten zijn gedaald omdat in 2022 minder renteswaps zijn verhandeld dan in 2021.

De totale vermogensbeheerkosten inclusief transactiekosten in 2022 van het pensioenfonds bedragen daarmee 0,74%. In 2021 was dit 0,82%.

Vergelijking met andere pensioenfondsen

Eens in de 3 jaar voeren het pensioenfonds een benchmarkonderzoek uit, waarin we de kosten afzetten tegen de pensioenfondsenmarkt. In 2022 heeft het pensioenfonds deelgenomen aan de BELL kostenbenchmark (184 pensioenfondsen) en de kostenbenchmark van Kring de Wit onder 22 ondernemingspensioenfondsen in Nederland. De vermogensbeheerkosten van pensioenfonds KPN zijn relatief hoog in vergelijking met andere pensioenfondsen. Dit wordt veroorzaakt doordat wij beleggen in beleggingscategorieën als niet-beursgenoteerd vastgoed en private equity, waarvan de beheerkosten hoger zijn dan bijvoorbeeld beursgenoteerde aandelen. Daarnaast beheren we een groot deel van de beleggingsportefeuille actief, waarbij de beleggingen verdeeld worden over verschillende managers. Uitgangspunt daarbij is dat actief beheer voor de geselecteerde beleggingscategorieën op termijn een hoger rendement oplevert. Als we terugkijken heeft actief beheer ook het extra rendement opgeleverd.

Bestuursoordeel over de vermogensbeheerkosten
De totale vermogensbeheerkosten in 2022 bedroegen 0,74% van het gemiddeld belegd vermogen. Dit is een daling van 0,08%-punt. Van deze totale vermogensbeheerkosten is 0,14%-punt toe te schrijven aan prestatieafhankelijke vergoedingen op de actief beheerde beleggingen. Deze actief beheerde beleggingen realiseerden in 2022 op totaalniveau geen extra rendement. De prestatievergoedingen die zijn uitgekeerd, hebben betrekking op het deel van de portefeuille dat wel extra rendement heeft behaald. Wanneer we terugkijken op de afgelopen 3 jaar, heeft actief beheer extra rendement opgeleverd. In absolute getallen is de extra gerealiseerde opbrengst in de periode 2020 tot en met 2022 € 300,6 miljoen, € 231,5 miljoen meer dan de betaalde prestatievergoeding van € 69,2 miljoen. Het bestuur heeft de overtuiging dat actief beheer op de lange termijn positief bijdraagt aan het rendement. Het bestuur accepteert de hogere kosten die deze keuze met zich meebrengt onder de voorwaarde dat uit evaluaties blijkt dat deze keuze toegevoegde waarde heeft. De prestatie van actief beheer viel in 2022 tegen. Het bestuur blijft de keuze dan ook zorgvuldig monitoren en evalueert de prestaties van externe managers op periodieke basis.

De vermogensbeheerkosten zijn hoger dan bij andere pensioenfondsen doordat binnen een beleggingscategorie wordt gespreid over meerdere managers en er een aantal complexe beleggingscategorieën in de portefeuille aanwezig zijn, bijvoorbeeld private equity. Het bestuur heeft de overtuiging dat specialistische managers op deelgebieden binnen beleggingscategorieën bijdragen aan een hoger rendement voor het pensioenfonds. Daarom kiest het pensioenfonds voor een multi-manageraanpak. Ook complexe categorieën realiseren naar verwachting een hoger rendement, omdat ze illiquide zijn en niet voor iedereen toegankelijk. Het bestuur acht de gemaakte keuzes verantwoord in het licht van het hogere verwachte rendement. Bovendien past het risicoprofiel van de beleggingsstrategie bij de risicohouding en ambitie van het pensioenfonds. Het bestuur is ondanks de hoge rendementen wel kritisch op de hoge vergoedingen die bij goed presteren binnen private equity gebruikelijk zijn en treedt daarover in gesprek met managers.  

De transactiekosten zijn vrijwel gelijk aan voorgaande jaren en passend bij de ontwikkelingen in financiële markten en de toe- en uittredingen in de beleggingen in het afgelopen jaar. Het bestuur beoordeelt het kostenniveau over 2022 als acceptabel en passend bij de behaalde resultaten.

Vermogensbeheerkosten Beschikbare Premie Regeling & Individueel Pensioensparen

De deelnemers in de BPR/IPS depots betalen geen aankoop- en/of verkoopkosten. De kosten van beleggen worden direct verrekend in het rendement. Deze beleggingskosten zijn afhankelijk van het depot waarin wordt belegd.

Deze kosten zijn gebaseerd op de kosten per beleggingsdepot op basis van de samenstelling per eind 2022. Ter vergelijking zijn ook de kosten per eind 2021 weergegeven. De kosten liggen in lijn met het vorige jaar.

Vermogensbeheerkosten

Life Cycle
Vaste uitkering
2022 2021 Life Cycle
doorbeleggen
Variabele uitkering
2022 2021
           
Depot 1 0,4% 0,4% Depot 1 0,4% 0,4%
Depot 2 0,4% 0,4% Depot 2 0,4% 0,4%
Depot 3 0,4% 0,4% Depot 3 0,4% 0,4%
Depot 4 0,4% 0,4% Depot 4 0,4% 0,4%
Depot 5 0,4% 0,3% Depot 5 0,4% 0,3%
Depot 6 0,3% 0,3% Depot 6 0,4% 0,3%
Depot 7 0,3% 0,3% Depot 7 0,3% 0,3%
Depot 8 0,2% 0,2% Depot 8 0,3% 0,3%
Depot 9 0,2% 0,2% Depot 9 0,3% 0,3%
Depot 10 0,2% 0,2% Depot 10 0,3% 0,3%
Vrij beleggen 2022 2021 Life Cycle
uitkeringsfase
Variabele uitkering
2022 2021
           
Depot A 0,4% 0,4% Depot N1 0,3% 0,3%
Depot B 0,4% 0,4%      
Depot C 0,4% 0,3%      
Depot D 0,3% 0,3%      
Depot E 0,2% 0,2%      
Depot F 0,0% * 0,2%      
Depot G 0,1% 0,1%      

Transactiekosten

Life Cycle
Vaste uitkering
  2022 Life Cycle doorbeleggen
Variabele uitkering
  2022
           
Depot 1   0,11% Depot 1   0,11%
Depot 2   0,11% Depot 2   0,11%
Depot 3   0,11% Depot 3   0,11%
Depot 4   0,11% Depot 4   0,11%
Depot 5   0,11% Depot 5   0,11%
Depot 6   0,11% Depot 6   0,12%
Depot 7   0,10% Depot 7   0,10%
Depot 8   0,08% Depot 8   0,10%
Depot 9   0,06% Depot 9   0,10%
Depot 10   0,06% Depot 10   0,10%
Vrij beleggen   2022 Life Cycle
uitkeringsfase
Variabele uitkering
  2022
           
Depot A   0,12% Depot N1   0,09%
Depot B   0,11%      
Depot C   0,11%      
Depot D   0,09%      
Depot E   0,06%      
Depot F   0,01% *      
Depot G   -      
Versie:
v6.2.23

Met iWink Report maak je professionele online publicaties. Publicaties die je online, in print en als PDF-download kunt aanbieden.

En daarmee voldoe je direct aan de WCAG-wetgeving rond digitale toegankelijkheid.

Eenvoudig, veilig en efficiënt.

Meer over iWink Report