Spring naar inhoud

Beleggen voor een goed pensioen

Beleggingsbeleid en rendementen 2022

In 2022 behaalden we een negatief rendement. Iets meer dan de helft van dit rendement werd veroorzaakt door het afdekken van het renterisico.

Om de pensioenuitkeringen en de pensioenrechten te beschermen, dekken we een groot deel van het rente- en valutarisico af. Wanneer de rente stijgt - zoals in 2022 het geval was - wordt een negatief rendement behaald op de renteafdekking. Daar staat tegenover dat de pensioenverplichtingen ook in waarde afnemen. In deze paragraaf kun je meer lezen over het behaalde rendement in 2022.

Waarom beleggen wij je pensioengeld eigenlijk? En hoe zorgen we ervoor dat de risico’s aanvaardbaar blijven? Ook lees je meer over ons beleid voor maatschappelijk verantwoord beleggen.

En voor wie bij ons een deel van zijn pensioen opbouwt in de modules Individueel Pensioensparen of Beschikbare Premieregeling: je vindt hier ook een overzicht van de rendementen op je pensioenkapitaal.

Waarom beleggen we je pensioengeld?

Pensioenfonds KPN belegt het vermogen van de deelnemers met als doel om daar een zo goed mogelijk rendement op te behalen tegen een acceptabel risico. Dat rendement hebben we nodig om de pensioenen voldoende aan te laten groeien en liefst ook mee te kunnen laten groeien met de prijsstijgingen in Nederland (de inflatie). Globaal gesproken bestaat een gemiddeld pensioen maar voor een derde deel uit ingelegde pensioenpremie en moet de rest worden verdiend door beleggingsrendementen. Dat halen we nooit door het geld op een bankrekening te zetten tegen een risicovrije rente. In de grafiek op de volgende pagina zie je wat het beleggen sinds eind 1988 (dat is sinds de start van ons pensioenfonds) heeft opgeleverd. Zo zie je dat 100 euro pensioengeld eind 1988 door rendement is gestegen naar 845 euro eind 2022.

Het beleggingsbeleid is erop gericht dat we onze doelstellingen voor je pensioen kunnen waarmaken: een maximaal pensioenresultaat. Beleggen is ook absolute noodzaak om je pensioen betaalbaar te houden. Maar aan beleggen kleven risico’s. Feitelijk is het extra rendement dat je kunt halen door te beleggen een beloning voor het lopen van extra risico. Ons beleid is zo opgezet dat we die risico’s verantwoord houden. Het belangrijkste instrument dat we daarvoor hebben is spreiding. We beleggen in verschillende soorten beleggingen, van aandelen tot obligaties. En we beleggen in verschillende sectoren en verschillende landen. Wat ook helpt: we beleggen voor de lange termijn. Een euro die je nu als pensioenpremie inlegt, hoeft vaak pas over (enkele) jaren als pensioen uitgekeerd te worden. Dus we hebben de tijd om koersdalingen ‘uit te zitten’. We weten dat er goede en minder goede beleggingsjaren zullen zijn en houden daar rekening mee. Samen pensioen opbouwen in een pensioenfonds heeft ook als voordeel dat de beleggingsrisico’s over alle deelnemers gespreid worden, ook over generaties heen. Dat zorgt ervoor dat je samen verantwoord risico’s kunt accepteren.

Ook voor de beschikbare premieregeling is beleggen noodzaak. Het verschil is dat beleggingsrisico’s niet gedeeld worden en voor rekening zijn van de individuele deelnemer. Daarom wordt er in de beschikbare premieregeling in een life-cycle belegd, waarbij het risico wordt afgebouwd richting de pensioendatum. Je hebt als deelnemer van de beschikbare premieregeling keuzevrijheid om hiervan af te wijken en in één van de vrij beleggen depots te beleggen.  

Cumulatief geïndexeerd rendement 1988-2022 (1988=100)

Beleggingsovertuigingen

Pensioenfonds KPN heeft een aantal overtuigingen die ten grondslag liggen aan het beleggingsbeleid:

  • Het pensioenfonds is een lange termijn belegger;
  • Beleggen in risicovolle beleggingscategorieën voegt waarde toe;
  • Diversificatie verlaagt risico;
  • Beleg alleen in transparante categorieën en strategieën;
  • Actief beheer alléén als verwacht wordt dat dit tot extra rendement leidt;
  • Maatschappelijk verantwoord beleggen loont en zal bijdragen aan een positief rendement / risicoprofiel, waarbij geld wordt ingezet als sturende kracht voor duurzame ontwikkeling.

Onze risicohouding

De mate waarin we risico’s accepteren is met de sociale partners afgestemd en vastgelegd in de risicohouding. De risicohouding is afgestemd op onze missie, visie en doelstellingen. De risicohouding op lange termijn voor de middelloonregeling en de stabiele uitkering vanuit de BPR/IPS-regeling drukken we uit in een ondergrens voor het verwachte pensioenresultaat en een maximaal aanvaardbare afwijking. De maximaal aanvaardbare afwijking geeft aan hoe ver we in een extreem ‘slecht-weerscenario’ mogen afwijken van het verwachte pensioenresultaat. In de tabel hieronder zijn deze ondergrenzen weergegeven. Dit is een wettelijk voorgeschreven manier van vastleggen van de risicohouding. 

Risicohouding Middelloonregeling   Ondergrenzen vanuit beleid
(inclusief uitkeringsfase stabiele uitkeringen) in termen van pensioenresultaat Vanuit VEV-niveau 90%
  Vanuit feitelijke financiële positie 92%
  Maximaal aanvaardbare afwijking
(verschil tussen verwacht en worst case)
35%

De risicohouding op korte termijn wordt uitgedrukt in een percentage van het vereist eigen vermogen (VEV). Bij het pensioenfonds is het VEV op 31 december 2022 (inclusief BPR/IPS-kapitaal) 16,9%. Het VEV is met de door De Nederlandsche Bank voorgeschreven methode vastgesteld. Het betreft de omvang van het eigen vermogen waarover een pensioenfonds ten minste zou moeten beschikken. Dit komt overeen met een dekkingsgraad van 116,9%.

De risicohouding in de opbouwfase in de BPR/IPS-regeling voor de stabiele en variabele uitkering wordt uitgedrukt in de maximaal aanvaardbare afwijking van het pensioen op de pensioendatum (in reële termen). Zie de tabel hieronder. De berekeningen zijn gemaakt op basis van de wettelijk voorgeschreven Uniforme Reken Methode (URM). Hierbij wordt door de toezichthouder naast de rekenregels ook voorgeschreven met welke scenario’s gerekend moet worden. De risicohouding in de uitkeringsfase van de variabele uitkering wordt uitgedrukt in de maximaal aanvaardbare afwijking in de pensioenuitkering van jaar op jaar in het slecht weer scenario (in nominale termen).

Risicohouding opbouwfase BPR Leeftijd Stabiele uitkering Variabele uitkering
In termen van maximale variatie in reëel pensioen op pensioendatum tussen verwacht en worst case      
  tot 37 jaar 53% 57%
  38 - 47 jaar 54% 57%
  48 - 57 jaar 46% 52%
  58 - 67 jaar 33% 42%
Risicohouding uitkeringsfase variabele uitkering      
In termen van maximale afwijking van jaar op jaar in worst case   12%  

Bij de huidige financiële omstandigheden is een substantiële portefeuille zakelijke waarden nodig om op lange termijn in staat te zijn de ambitie van de afgesproken pensioenregeling met een redelijke mate van zekerheid waar te maken. Het vastgestelde beleid voor renteafdekking van het pensioenfonds verlaagt de neerwaartse risico’s bij dalingen van de marktrente.

Korting zoveel mogelijk voorkomen

Het pensioenfonds streeft ernaar om het korten van de pensioenaanspraken zoveel mogelijk te voorkomen. Als er door tegenvallende ontwikkelingen toch gekort zou moeten worden, streeft het pensioenfonds ernaar om de korting zoveel mogelijk te beperken. De mogelijkheid tot het korten wordt meegewogen bij de vaststelling van de strategische beleggingsportefeuille. De missie, visie, doelstellingen en risicohouding zijn leidend voor het beleidskader van het pensioenfonds. Vanuit dit beleidskader wordt het beleggings-, toeslag- en kortingsbeleid vormgegeven. In het Financieel Crisisplan wordt nader omschreven welke kaders in welke omstandigheid daarvoor gelden. Het Verkort Crisisplan is te vinden op de website van het pensioenfonds.

Beleggingsmix en afdekking rente- en valutarisico

De keuze voor hoe we het pensioengeld verdelen over de verschillende soorten beleggingen, noemen we onze beleggingsmix. Die vormt de basis van ons beleggingsbeleid. Het bepaalt de mate waarin we risico lopen en kans hebben op extra rendement. We voeren elke drie jaar een zogeheten ALM-studie uit naar wat voor ons het optimale beleggingsbeleid is, afgestemd op de risicohouding van de deelnemers en de pensioenverplichtingen voor de lange termijn. In 2020 is de meest recente ALM-studie uitgevoerd. Op dit moment bestaat de optimale beleggingsportefeuille voor 43% uit zakelijke waarden (aandelen, vastgoed en private equity). De andere 57% is belegd in vastrentende waarden (bedrijfsobligaties, Nederlandse hypotheken en inflatie gerelateerde obligaties). In de volgende paragraaf is de beleggingsmix weergegeven in een tabel en worden de verschillende categorieën toegelicht. 

De dekkingsgraad van een pensioenfonds is een belangrijke indicator voor het kunnen voldoen aan de pensioenverplichtingen. Rentedalingen leiden tot een lagere dekkingsgraad en zijn dus een beleggingsrisico. Bij de beperking van het beleggingsrisico speelt de afdekking van het renterisico een belangrijke rol. Het pensioenfonds wil immers voorkomen dat rentedalingen leiden tot het niet kunnen realiseren van de pensioenambitie op langere termijn.

Het pensioenfonds KPN hanteert een renteafdekking van 70% in de vorm van vastrentende beleggingen en renteswaps. Renteswaps zijn beleggingsproducten die in principe tegengesteld reageren op een verandering van de rente. Een hogere mate van renteafdekking heeft een beperkte invloed op de dekkingsgraad terwijl de impact op de gemiddelde uitkomsten beperkt is. 

Het pensioenfonds belegt een deel van zijn beleggingen in vreemde valuta terwijl de verplichtingen in euro’s luiden. Beleggingen in vreemde valuta luiden hoofdzakelijk in Amerikaanse dollars, Britse ponden en Japanse Yen. Om de gevolgen van wisselkoersveranderingen te beperken, dekt het pensioenfonds het valutarisico deels af.

Strategische gewichten beleggingsportefeuille

Categorie Strategisch gewicht
eind 2022 (%)
Strategisch gewicht
eind 2021 (%)
Zakelijke waarden 43,0 43,0
Aandelen ontwikkelde markten 24,0 24,0
Aandelen opkomende markten 6,0 6,0
Private Equity 4,5 4,5
Vastgoed 8,5 8,5
Vastrentende waarden 57,0 57,0
Bedrijfsobligaties 16,0 16,0
Staatsobligaties opkomende landen 5,5 5,5
High Yield 4,0 4,0
Nederlandse hypotheken 20,0 20,0
Infatiegerelateerde staatsobligaties / Kas * 11,5 11,5
Overlay 0,0 0,0
Totaal 100,0 100,0

Norm en werkelijke gewichten beleggingsportefeuille

Categorie Normportefeuille
2022 (%)
Werkelijk gewicht
eind 2022 (%)
Zakelijke waarden 43,0 44,9
Aandelen 34,5 32,7
Wereld 15,5 12,1 *
Opkomende markten 2,5 2,7
Long Term Investing 7,5 7,3
Small Caps 4,5 4,6
Private Equity fondsen 4,5 6,1
Vastgoed 8,5 12,2
Vastrentende waarden 57,0 53,1
Bedrijfsobligaties 9,0 9,1
Groene obligaties 2,5 2,6
Staatsobligaties opkomende landen 5,5 5,7
High Yield 4,0 4,2
Nederlandse hypotheken 22,0 22,2
Asset Backed Securities 2,5 2,7
Infatiegerelateerde staatsobligaties 11,5 6,6
Kas   17,1 **
Overlay 0,0 -15,0
Totaal 100,0 100,0

Beleggingscategorieën toegelicht

Hier lees je in welke categorieën ons pensioenvermogen is belegd en of we in 2022 veranderingen hebben doorgevoerd.

Aandelen
Het pensioenfonds belegt wereldwijd in aandelen. De regioverdeling van deze beleggingen is gebaseerd op een wereldaandelenportefeuille met extra gewicht naar opkomende markten. Daarnaast is spreiding aangebracht over verschillende strategieën zoals long term investing, niet-beursgenoteerde aandelen (private equity) en small caps.

Vastgoed
De niet-beursgenoteerde vastgoedbeleggingen vinden wereldwijd plaats in de regio’s Europa, Noord-Amerika en Azië-Pacific. Er is daarnaast ruime spreiding aangebracht naar verschillende sectoren en er wordt hoofdzakelijk in ‘core’ beleggingen belegd (vastgoedbeleggingen met een laag risicoprofiel met name gericht op huurinkomsten). De niet-beursgenoteerde vastgoedallocatie wordt op indirecte wijze belegd. Dat betekent dat niet rechtstreeks in beleggingsobjecten wordt belegd, maar via vastgoedfondsen.

Vastrentende waarden
Het pensioenfonds streeft naar een brede spreiding binnen de vastrentende waarden om de kredietrisico’s te beperken. Daarnaast willen we kunnen inspelen op extra rendementskansen. Op onderdelen waar kredietrisico naar verwachting extra rendement oplevert, wordt beheerst kredietrisico gelopen. De grootste vastrentende waarden belegging betreft Nederlandse hypotheken, waarmee wordt geprofiteerd van de aantrekkelijke rentevergoeding in combinatie met lage verwachte verliezen. Daarnaast belegt het pensioenfonds ongeveer 11,5% van het vermogen in inflatiegerelateerde staatsobligaties en kas, die ook dienen als onderpand voor renteswaptransacties. Er wordt uitsluitend in door Duitsland uitgegeven inflatiegerelateerde staatsobligaties belegd, om het kredietrisico zoveel mogelijk te beperken. Binnen de bedrijfsobligatie portefeuille wordt voor 2,5% van het belegd vermogen belegd in green bonds. Een green bond is een obligatie waarmee beleggers duurzame projecten financieren. De categorie levert een duidelijke bijdrage aan het thema klimaat en daarnaast komen de karakteristieken van de categorie goed overeen met die van bedrijfsobligaties.

Kas/overlay
Om het rente- en valutarisico op een efficiënte manier af te dekken maakt het pensioenfonds gebruik van een overlay. Een overlay zorgt ervoor dat de bestaande beleggingsportefeuille intact kan blijven en de risico’s toch worden afgedekt. Dit gebeurt door middel van derivaten. Als onderpand voor rentederivaten en voor operationele activiteiten wordt een buffer in kas aangehouden. Omdat alle renteswaps via central clearing zijn afgesloten, houdt het pensioenfonds kas aan om te kunnen voldoen aan de onderpandverplichtingen van central clearing.

Beleggingsresultaten 2022

Het jaar 2022 stond vooral in het teken van de oorlog in Oekraïne en de inflatie. Mede door de oorlog bereikte de inflatie wereldwijd niveaus die al heel lang niet gezien zijn en zorgen baren. Zij zijn in 2022 in hoog tempo de rente gaan verhogen, waardoor de angst ontstond dat een recessie zou kunnen ontstaan. Al met al geen gunstig klimaat voor aandelen en vastrentende beleggingen.

Energieprijzen waaronder de prijzen van gas liepen aanvankelijk sterk op in 2022. In het vierde kwartaal was er sprake van dalende prijzen. Het coronavirus dat in 2021 nog centraal stond in de marktontwikkelingen was in 2022 vrijwel geen thema meer, al ondervond de Chinese economie de nodige problemen als gevolg van een aanhoudende lock down die ook zijn weerslag had op de wereldeconomie.

We behaalden in 2022 op onze totale beleggingsportefeuille een rendement na kosten van -24,50%. Met uitzondering van de beleggingscategorieën vastgoed en private equity, behaalden alle categorieën een negatief resultaat. Een correctie op vastgoed en private equity is vaak vertraagd, vanwege het illiquide karakter.  In 2022 steeg de rente en heeft met name de renteafdekking negatief bijgedragen aan het rendement. Om de verplichtingen te beschermen tegen rentebewegingen dekken we 70% van het renterisico af. Wanneer de rente stijgt, zoals in 2022 het geval was, dan wordt een negatief rendement behaald op deze renteafdekking. Daar staat tegenover dat onze pensioenverplichtingen in deze situatie in waarde afnemen. Per saldo verbeterde daardoor de financiële positie van het pensioenfonds. Dit heeft er mede voor gezorgd dat de aanspraken van degenen die nog pensioen opbouwen met 10,50% zijn verhoogd en dat de toeslag voor de gepensioneerden op 11,82% uitkwam.

Hieronder laten we je zien hoe onze beleggingsportefeuille eind 2022 was samengesteld en hoe de verschillende soorten beleggingen gepresteerd hebben. Het relatief rendement toont het afwijkende rendement ten opzichte van de marktstandaard (benchmark). Het pensioenfonds kiest voor actief beheer als verwacht wordt dat dit tot extra rendement leidt. Op totaal portefeuilleniveau heeft de portefeuille beter gepresteerd dan de benchmark, waarbij de positieve bijdrage met name vanuit vastgoed komt. 

Rendement beleggingsportefeuille in 2022

In % Feitelijk gewicht
(31-12-2022)
Rendement * Benchmark Relatief
rendement
Totaal aandelen 32,7 -14,8 -14,0 -0,8
Totaal vastgoed 12,2 11,2 8,4 2,6
Totaal zakelijke waarden 44,9 -10,2 -9,9 -0,3
Totaal vastrentende waarden 53,1 -13,7 -14,4 0,8
Liquiditeiten 19,5      
Totaal exclusief overlay 115,0 -11,1 -12,3 1,4
Totaal overlay (bijdrage) 15,0 -13,3    
Totaal 100,0 -24,5    

Aandelen
De beleggingen in aandelen worden actief gestuurd omdat het fonds van mening is dat daarmee extra rendement verwacht kan worden. Totaal aandelen bestaat uit beursgenoteerde aandelen en private equity beleggingen. Het rendement op de beursgenoteerde aandelen kwam over 2022 uit op -18,4%. De private equity beleggingen behaalden een rendement 15,2%. Gezamenlijk hebben aandelen en private equity beleggingen een rendement gehaald van -14,8%, wat 5,0% negatief heeft bijgedragen aan het negatieve totaalrendement.

Vastgoed
De beleggingscategorie vastgoed heeft in 2022 een positief rendement behaald. De vastgoedportefeuille bestaat grotendeels uit niet-beursgenoteerd vastgoed. De niet-beursgenoteerde vastgoedportefeuille behaalde een rendement van 13,8%. Totaal vastgoed behaalde een rendement van 11,2%.

Vastrentende waarden
Het geheel aan vastrentende waarden (zoals staats- en bedrijfsobligaties, Nederlandse hypotheken en inflatie-gerelateerde obligaties) heeft in 2022 een rendement behaald van -13,7%. 

Renteafdekking

Voor de afdekking van het renterisico werd in 2022 gebruikgemaakt van vastrentende beleggingen aangevuld met renteswaps. De renteswaps die gebruikt worden voor de afdekking van het renterisico hebben over 2022 11,9%-punt negatief bijgedragen aan het totaalrendement. Renteswaps beschermen de dekkingsgraad bij een rentedaling, maar bij een rentestijging zoals in 2022 wordt een stijging van de dekkingsgraad geremd.

Valuta-afdekking

Per saldo stegen in 2022 de meeste valuta’s in waarde ten opzichte van de euro. Doordat het pensioenfonds het valutarisico grotendeels afdekt, heeft de valuta-afdekking 1,5%-punt negatief bijgedragen aan het totaalrendement.

Beheersing beleggingsrisico’s

Naast de risico’s die beschreven staan in het hoofdstuk Risico’s beheersen voert het pensioenfonds een actief beleid voor de volgende financiële risico’s.

Renterisico

Het pensioenfonds heeft te maken met renterisico voor de waardering van de verplichtingen. Bij een dalende rekenrente stijgen de verplichtingen in waarde, wat ongunstig is voor onze dekkingsgraad en omgekeerd. Om de rentegevoeligheid van de dekkingsgraad te beperken, hebben we een beleid voor renteafdekking. Hierbij wordt gebruikgemaakt van de vastrentende beleggingen, die aangevuld worden met renteswaps. Deze vastrentende waarden en renteswaps nemen in waarde toe bij een daling van de rente en bewegen daardoor mee met de stijgende waarde van de verplichtingen. Zo zorgen we ervoor dat de risico’s van een rentedaling voor de dekkingsgraad worden beperkt. Aan de andere kant geldt dat we door de renteafdekking minder profiteren van een rentestijging. 

Bij een stijging van de rente neemt zowel de waarde van de vastrentende waarden als renteswaps af, en ook de waarde van de verplichtingen. Omdat we niet het volledige renterisico afdekken stijgt de dekkingsgraad per saldo bij een stijging van de rente. Voor de afdekking van het renterisico wordt een vast niveau van 70% gehanteerd.

Valutarisico

Een deel van de beleggingen luidt in vreemde valuta, terwijl de verplichtingen in euro’s luiden. Om de gevolgen van wisselkoersveranderingen te beperken, dekken we het valutarisico deels af. 

Krediet- en tegenpartijrisico

We beheersen het krediet- en tegenpartijrisico door het stellen van kredietwaardigheidseisen aan de instrumenten waarin we beleggen en aan de tegenpartijen waarmee transacties kunnen worden gedaan. Daarnaast stellen we limieten voor de omvang van transacties tegenpartijen en worden extra zekerheden zoals onderpand bij renteswaps uitgewisseld. Voor de beleggingen voeren we op kwartaalbasis een gevoeligheidsanalyse uit, waarbij we in kaart brengen wat de impact van een hoger kredietrisico (risicopremie) op het vermogen en de dekkingsgraad is.

Actief risico

Een deel van de beleggingen in de beleggingsportefeuille beheren we actief. Dat betekent dat we actief kunnen afwijken van de marktstandaard (benchmark), om zo naar verwachting extra rendement te behalen. Aan de ruimte om actief af te wijken van de marktstandaard stellen we wel grenzen. Dit doen we per soort belegging, maar ook op niveau van de totale beleggingsportefeuille.

Premiedepot

De totale omvang van de beleggingen in het premiedepot bedraagt per 31 december 2022 € 82,5 mln. De beleggingen ten behoeve van het premiedepot worden separaat aangehouden. Het premiedepot is bedoeld ter bescherming van de pensioenopbouw van actieve deelnemers. Het premiedepot kan ingezet worden om te voorkomen dat de pensioenopbouw moet worden gekort. Het maakt daarom geen onderdeel uit van het eigen vermogen en telt niet mee bij de bepaling van de beleidsdekkingsgraad. Het beleggingsbeleid is hierbij gericht op behoud van de hoofdsom. Hieronder een overzicht van het premiedepot. 

Marktwaarde en samenstelling Premiedepot

  Marktwaarde
in mln. €
Actueel gewicht
in %
Strategisch gewicht
in %
Bedrijfsobligaties euro 28,5 33,7 33,3
Nederlandse hypotheken 27,5 32,5 33,3
Asset Backed Securities 28,7 33,8 33,3
Totaal Beleggingen 84,7 * 100,0 100,0

Rendement Premiedepot

  Rendement
in %
Benchmark
in %
Relatief
in %
Bedrijfsobligaties euro -13,1 -13,9 1,0
Nederlandse hypotheken -16,7 -20,1 4,3
Asset Backed Securities -2,4 -0,8 -1,6
Totaal Beleggingen -10,8 -11,6 0,9

Je beleggingen voor Individueel Pensioensparen en Beschikbare Premieregeling

Voor de deelnemers die bij Pensioenfonds KPN een deel van hun pensioen opbouwen via Individueel Pensioensparen (IPS) en de Beschikbare Premieregeling (BPR) was het geen goed beleggingsjaar. Door de gestegen rente zijn de pensioenvermogens sterk afgenomen. In de samenstelling van de Life Cycle wordt richting pensioendatum beleggingsrisico afgebouwd. Een daling van het pensioenvermogen betekent daarmee niet per definitie dat de in te kopen pensioenuitkering daalt. Bij bijvoorbeeld een rentestijging daalt het pensioenvermogen, maar wordt het ook goedkoper om pensioen in te kopen, waardoor de verwachte pensioenuitkering per saldo ongeveer gelijk kan blijven.

Hier zie je welke samenstelling de Life Cycle heeft per leeftijdscohort per eind 2022.

Life Cycle opbouwfase stabiele uitkering

Life Cycle * Leeftijd   Aandelen %     Vastgoed %     Vastrentende waarden %      
Depot   Wereld Opkomende
markten
Long Term Investing Small Caps Beursgenoteerd
vastgoed
Langlopende
staatsobligaties
Bedrijfs-obligaties Green-bonds Opkomende markten High yield NL hypotheken
1 <50 45,2 3,4 20,3 12,2 9,0 0,0 0,0 0,0 2,0 2,0 6,0
2 50-51 40,2 3,0 18,0 10,8 8,0 0,0 0,0 0,0 4,0 4,0 12,0
3 52-53 35,2 2,7 15,8 9,5 7,0 0,0 2,0 2,0 6,0 6,0 14,0
4 54-55 30,2 2,3 13,5 8,1 6,0 0,0 4,0 4,0 8,0 8,0 16,0
5 56-57 25,2 1,9 11,3 6,8 5,0 5,0 4,0 4,0 9,0 9,0 19,0
6 58-59 20,1 1,5 9,0 5,4 4,0 12,5 3,8 3,8 10,0 10,0 20,0
7 60-61 15,1 1,1 6,8 4,1 3,0 25,0 2,5 2,5 10,0 10,0 20,0
8 62-63 10,1 0,8 4,5 2,7 2,0 47,5 1,3 1,3 7,0 7,0 16,0
9 64-65 5,1 0,4 2,3 1,4 1,0 70,0 1,0 1,0 3,0 3,0 12,0
10 66-67 2,5 0,2 1,1 0,7 0,5 75,0 1,0 1,0 3,0 3,0 12,0

Stabiele of variabele uitkering

Op 1 september 2016 is de Wet verbeterde premieregeling in werking getreden. Dit betekent dat deelnemers aan een beschikbare premieregeling die op of na 1 september 2016 met pensioen gaan, kunnen kiezen voor een stabiele of variabele uitkering. In het vervolg op deze wet heeft het pensioenfonds vanaf 1 januari 2018 een extra life cycle ingevoerd. Deze life cycle variabele uitkering past bij een inkoop vanuit de beschikbare premieregeling naar een variabele uitkering vanaf de pensioendatum. De life cycle voor de variabele uitkering wijkt vanaf leeftijd 58 jaar af van de life cycle voor de stabiele uitkering (zoals hierboven getoond). Deelnemers aan de beschikbare premieregeling krijgen op die leeftijd een keuze voorgelegd tussen de beide life cycles. Deze keuze voor inkoop van een stabiele uitkering vanuit de beschikbare premieregeling dan wel de variabele uitkering vanaf pensioendatum is voorlopig. De definitieve keuze wordt op de pensioendatum gemaakt.

Per eind 2022 bedroeg het totaal belegd vermogen in de verschillende life cycle-depots € 968,7 mln.

Life Cycle opbouwfase variabele uitkering

Life Cycle * / ** Leeftijd   Aandelen %     Vastgoed %       Vastrentende waarden %    
Depot   Wereld Opkomende
markten
Long Term Investing Small Caps Beursgenoteerd
vastgoed
Langlopende
staatsobligaties
Bedrijfs-obligaties Green-bonds Opkomende markten High yield NL hypotheken
6 58-59 23,7 1,8 10,6 6,4 4,7 5,0 4,0 4,0 10,0 10,0 20,0
7 60-61 21,6 1,6 9,7 5,8 4,3 13,0 4,0 4,0 9,0 9,0 18,0
8 62-63 19,1 1,5 8,6 5,2 3,8 22,0 4,0 4,0 8,0 8,0 16,0
9 64-65 17,1 1,3 7,7 4,6 3,4 29,0 4,5 4,5 7,0 7,0 14,0
10 66-67 15,1 1,1 6,8 4,1 3,0 36,0 5,0 5,0 6,0 6,0 12,0

Life Cycle uitkeringsfase variabele uitkering

Life Cycle * Leeftijd   Aandelen %     Vastgoed %       Vastrentende waarden %     Geldmarkt %
Depot   Wereld Opkomende
markten
Long Term Investing Small Caps Beursgenoteerd
vastgoed
Langlopende
staatsobligaties
Bedrijfs-obligaties Green-bonds Opkomende markten High yield NL hypotheken Geldmarkt
N1 68-77 12,6 1,0 5,6 3,4 2,5 43,0 5,0 5,0 5,0 5,0 12,0 0,0
N2 78-82 12,6 1,0 5,6 3,4 2,5 34,0 5,0 5,0 5,0 5,0 12,0 9,0
N3 83-87 12,6 1,0 5,6 3,4 2,5 24,5 5,0 5,0 5,0 5,0 12,0 18,5
N4 88-92 12,6 1,0 5,6 3,4 2,5 17,5 5,0 5,0 5,0 5,0 12,0 25,5
N5 >92 12,6 1,0 5,6 3,4 2,5 10,5 5,0 5,0 5,0 5,0 12,0 32,5

Rendementen van de Life Cycle opbouwfase stabiele uitkering in 2022

Depot Rendement
(in %)
Benchmark
(in %)
Relatief
(in %)
1 -20,0 -16,8 -3,8
2 -19,5 -16,9 -3,1
3 -18,6 -16,5 -2,6
4 -17,8 -16,1 -2,0
5 -17,8 -16,7 -1,4
6 -18,8 -18,1 -0,9
7 -20,5 -20,2 -0,4
8 -24,5 -24,4 -0,2
9 -28,5 -28,6 0,1
10 -29,1 -29,4 0,3

Rendementen van de Life Cycle opbouwfase variabele uitkering in 2022*

Depot Rendement
(in %)
Benchmark
(in %)
Relatief
(in %)
6 -17,6 -16,6 -1,2
7 -18,9 -18,0 -1,1
8 -20,4 -19,7 -1,0
9 -21,8 -21,1 -0,9
10 -23,5 -22,8 -0,9

Rendementen van de Life Cycle uitkeringsfase variabele uitkering in 2022

Depot Rendement
(in %)
Benchmark
(in %)
Relatief
(in %)
N1 -24,4 -24,0 -0,6

De resultaten over 2022 zijn over de hele life-cycle negatief. Voor de eerste depots in de life-cycle met een groot deel in aandelen wordt dit veroorzaakt door de negatieve rendementen op aandelen over 2022. Voor de latere depots meer richting pensioenleeftijd met een groot deel in vastrentende waarden wordt het negatief rendement veroorzaakt door de gestegen rente in 2022. De impact op de uiteindelijke (verwachte) pensioenuitkering is niet evenredig/gelijk aan het negatieve rendement, omdat het in te kopen pensioen ook fors goedkoper is geworden.  

Vrij beleggen

Een deelnemer kan er ook voor kiezen om niet te participeren in de Life Cycles, maar zelf te kiezen voor een afwijkende invulling. We hebben hiervoor zogeheten Vrij beleggen depots ingericht. Voor deelnemers die de verantwoordelijkheid voor de samenstelling van de beleggingen overnemen, onderzoeken we jaarlijks of de deelnemer niet te veel risico neemt. Als het risicoprofiel van de beleggingen niet overeenkomt met de risicobereidheid van de deelnemer, zoals vastgesteld met de Beleggingswijzer, ontvangt de deelnemer jaarlijks een brief waarin we dit kenbaar maken.

Life Cycle Vrij beleggen

Life Cycle *   Aandelen* %     Vastgoed %       Vastrentende waarden %     Geldmarkt %
Depot Wereld Opkomende
markten
Long Term Investing Small Caps Beursgenoteerd
vastgoed
Langlopende
staatsobligaties
Bedrijfs-obligaties Green-bonds Opkomende markten High yield NL hypotheken Geldmarkt
A 50,3 3,8 22,5 13,5 10,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
B 37,7 2,8 16,9 10,1 7,5 0,0 1,5 1,5 5,0 5,0 12,0 0,0
C 25,2 1,9 11,3 6,8 5,0 5,0 4,0 4,0 9,0 9,0 19,0 0,0
D 12,6 0,9 5,7 3,4 2,5 38,0 1,5 1,5 9,0 9,0 16,0 0,0
E 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 75,0 1,5 1,5 5,0 5,0 12,0 0,0
G 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 100,0

Resultaten Vrij beleggen

Depot Rendement
(in %)
Benchmark
(in %)
Relatief
(in %)
A -20,5 -16,7 -4,5
B -19,0 -16,6 -2,9
C -17,6 -16,5 -1,4
D -23,2 -22,9 -0,4
E -28,8 -29,2 0,5
F * -4,4 -4,4 0,0
G 0,3 0,0 0,3

De resultaten over 2022 zijn over alle depots sterk negatief. Voor de depots met een groot deel in aandelen wordt dit veroorzaakt door de negatieve rendementen op aandelen over 2022. Voor de depots met een groot deel in vastrentende waarden wordt het negatief rendement veroorzaakt door de gestegen rente in 2022. 

Per eind 2022 bedroeg het belegd vermogen in de Vrij beleggen depots € 99,5 mln.

Wijzigingen in 2022

Eind december 2022 is besloten om de verdeling binnen de aandelenportefeuille van de BPR- en IPS-regeling aan te passen in lijn met het beleggingsplan 2023 voor het collectief vermogen. Dit betreft een kleine wijziging in de weging tussen aandelen wereld en aandelen opkomende markten. De wijziging is begin 2023 in de beleggingen verwerkt. 

Beleggen met oog voor de wereld

Pensioenfonds KPN belegt het pensioengeld om er een zo goed mogelijk rendement op te halen bij een verantwoord risico. Maar we hebben niet alleen oog voor rendement. We houden ook rekening met de impact van onze beleggingen op mens en milieu, zoals vastgelegd in ons beleid voor maatschappelijk verantwoord beleggen (MVB). Dat we dat doen wil niet zeggen dat we genoegen nemen met minder rendement. We zijn ervan overtuigd dat MVB op de lange termijn bezien een bijdrage levert aan een beter rendement en leidt tot minder risico. 

MVB past bij de waarden en normen van ons Pensioenfonds en bij die van KPN N.V.. Daarom is het een belangrijk thema voor ons. We zien voor sommige beleggingscategorieën het bevorderen van de transitie naar een duurzame belegging – het verduurzamen –als waardevol. Voorbeelden hiervan zijn vastgoedobjecten die verduurzaamd worden en de energiesector die wordt aangespoord om de transitie naar duurzame energie vorm te geven.

Binnen het MVB-beleid hebben we drie speerpunten:

  • Klimaat (energietransitie): we hebben de overtuiging dat de energietransitie naar een klimaatneutrale economie verstrekkende gevolgen gaat hebben voor de maatschappij.
  • Technologische bedrijven: we hebben de overtuiging dat vernieuwende technologische oplossingen een bijdrage kunnen leveren aan de verduurzaming van de samenleving.
  • Watermanagement: we hebben de overtuiging dat watermanagement gericht op betere watervoorzieningen in structureel droge gebieden noodzakelijk is. Dit betreft activiteiten die gericht zijn op schoon drinkwater, minder waterverbruik en minder lozingen. Deze activiteiten bevorderen een betere lokale leefomgeving en afname van voedselschaarste.

MVB-criteria bij beleggingsbeslissingen

De integratie van MVB-criteria in het beleggingsproces is in opdracht van het pensioenfonds een vast onderdeel bij de selectie en monitoring van externe managers door Aegon Asset Management (hierna Aegon AM), de uitvoerder van ons vermogensbeheer. Aegon AM ziet erop toe dat (externe) managers MVB-criteria integreren in hun beleggingsproces. Vervolgens screent Aegon AM de portefeuille periodiek op MVB-risico’s.

CO2-voetafdruk van de beleggingen

In 2019 hebben we de ambitie geformuleerd om de CO2-voetafdruk van de beleggingsportefeuille de komende jaren significant te verlagen. In 2021 hebben we die ambitie verder aangescherpt. Onze doelstelling is dat in 2030 de CO2-uitstoot van onze aandelenportefeuille met 55% is afgenomen ten opzichte van 2017. Als tussentijdse mijlpaal hebben we een verlaging van de CO2-uitstoot van 45% in 2025. Voor 2050 hebben we de doelstelling om ‘net zero’ te zijn. Daarmee sluiten we aan bij de doelstellingen van het Nederlandse klimaatakkoord. Eind 2022 bedraagt de reductie in CO2-uitstoot 56% ten opzichte van 2017.

Ook voeren we periodiek een scenario-analyse uit voor de beleggingsportefeuille, waarbij rekening wordt gehouden met het effect van een stijging van de CO2-prijs op de beleggingen.

Bij de invulling van de beleggingsportefeuille is onze CO2-doelstelling verwerkt. Voor onze aandelenfondsen en het high yield fonds hebben we expliciete CO2-reductiedoelstellingen opgenomen variërend van -30% tot -50% ten opzichte van de gehanteerde benchmark. 

Groene beleggingen

Het pensioenfonds belegt in groene obligaties (green bonds). Green bonds worden met name gebruikt voor financiering van projecten die een positief effect hebben op klimaat en/of water en daarom sluiten ze goed aan bij onze speerpunten.

Private Equity en Vastgoed

Voor beleggingen in niet-beursgenoteerd vastgoed en private equity hebben we specifieke ESG-richtlijnen opgesteld. De richtlijnen delen we vooraf met de fondsmanagers van nieuw te selecteren fondsen, met het verzoek zich hieraan te committeren. Wanneer een fondsmanager zich niet committeert zal er een gedegen onderbouwing moeten komen, waarom de beleggingen toch passend zijn voor het pensioenfonds.
Voor zowel niet-beursgenoteerd vastgoed als private equity hebben we in 2022 een MVB-dashboard inclusief doelstellingen (niet-beursgenoteerd vastgoed) vastgesteld. 

Vastrentende waarden – Euro bedrijfsobligaties en Asset Backed Securities

Binnen Euro bedrijfsobligaties wordt een specifieke ESG-benchmark gehanteerd: Bloomberg MSCI Euro Corporate ESG Sustainability SRI Index. Deze benchmark bewerkstelligt een forse CO2-reductie ten opzichte van de standaard benchmark. Bedrijven met de laagste ESG rating worden uitgesloten. Bedrijven met een iets betere ESG-rating kunnen enkel in de portefeuille worden opgenomen als er voldoende toekomstig duurzaamheidsperspectief aanwezig is.

Binnen de ABS-portefeuille wordt een ESG-screening van de securities en een minimum ESG-niveau voor beleggingen gehanteerd.

Waardering van buitenaf

Pensioenfonds KPN in top-10 benchmark duurzaam beleggen
Op 31 oktober 2022 heeft de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO) de VBDO-benchmark pensioenfondsen 2022 bekendgemaakt. De benchmark is een jaarlijkse publicatie over de prestaties van de top-50 Nederlandse pensioenfondsen op het gebied van maatschappelijk verantwoord beleggen. Pensioenfonds KPN bevindt zich op de tiende plek op de ranglijst. We bevinden ons al jarenlang in de top 10 van de VBDO-ranglijst. We zien dit als een mooie beloning voor de stappen die we de afgelopen jaren hebben gezet om het geld van de deelnemers als sturende kracht in te zetten om een bijdrage te leveren aan een duurzamere samenleving.

Sterren voor vastgoed
In de jaarlijkse Global Real Estate Sustainability Benchmark (GRESB) hebben we voor de gehele niet-beursgenoteerde vastgoedportefeuille een score behaald van 86. Dat is een score die twee punten lager is dan de GRESB 2021 score. De benchmark van niet-beursgenoteerde vastgoedfondsen wereldwijd behaalde een score van 79, waardoor sprake was van een outperformance van 7 punten. In de GRESB 2021 bedroeg onze relatieve voorsprong 9 punten.

GRESB geeft vastgoedfondsen een aantal sterren. Daarbij geldt dat maximaal 5 sterren behaald kunnen worden. De niet-beursgenoteerde vastgoedportefeuille van het pensioenfonds scoorde in GRESB 2022 vier sterren. Daarmee behoort het bij de 40% best scorende vastgoedfondsen wereldwijd. In het algemeen is zichtbaar dat de scores van de vastgoedfondsen door de jaren heen dichter bij elkaar zijn gekomen. Met name actief engagement draagt bij aan betere scores bij de vastgoedfondsen die eerder achterbleven. 

Van de in totaal 22 deelnemende vastgoedfondsen in de niet-beursgenoteerde vastgoedportefeuille, scoorden 21 fondsen beter dan hun peer group, één fonds scoorde gelijk aan zijn peer group. Vorig jaar behaalden slechts 17 van de 22 fondsen een score die hoger was dan hun peer group. Voor het energieverbruik, de CO2 uitstoot, het waterverbruik en afvalproductie betrof de GRESB 2022 score respectievelijk 82%, 84%, 75% en 62%. Het energieverbruik en de CO2-uitstoot stegen met 0,8%, en het waterverbruik met 2,3%. Dat lijken vrij beperkte stijgingen gegeven de verstorende invloed van COVID-19, waarbij in 2022 een groot deel van de mensen weer terug naar kantoor is gegaan.

Maatschappelijk verantwoord beleggen: onze instrumenten

Het pensioenfonds zet binnen de beleggingsportefeuille verschillende instrumenten in om vorm te geven aan maatschappelijk verantwoord beleggen. In ons Duurzaamheidsverslag doen we uitgebreid verslag over ons beleid en inspanningen op MVB-gebied.

Dit is wat we doen:
ESG-integratie
We vinden het van groot belang dat bij de beleggingsbeslissingen in al onze beleggingsportefeuilles rekening wordt gehouden met het milieu (Environment), met sociale factoren (Social) en met maatstaven voor goed bestuur (Governance). Een van onze beleggingsovertuigingen is dat ESG bijdraagt aan het verbeteren van het risico-rendementsprofiel van onze beleggingen.

Strategische portefeuille
Het pensioenfonds onderkent dat onder andere klimaatrisico’s een significant effect zouden kunnen hebben op het pensioenresultaat. In de ALM-studie wordt via een stress-scenario gericht op de klimaattransitie de potentiële impact van een 1,5 graden scenario op de portefeuille en dekkingsgraadontwikkeling onderzocht. Mede op basis van deze uitkomsten heeft het pensioenfonds het doel om de CO2-uitstoot van de portefeuille te verlagen. Om deze doelstelling te bereiken maakt het pensioenfonds gebruik van engagement, uitsluitingen en beleggingen in projecten die een oplossing bieden voor klimaatverandering (zoals Green Bonds). Hierdoor is de verwachting van het pensioenfonds dat de impact van het transitierisico voor de portefeuille verder gemitigeerd kan worden.

Screening en engagement
Een belangrijk uitgangspunt is dat alle ondernemingen waarin we beleggen zich gedragen volgens de United Nations Global Compact Principles (UNGCP) op het gebied van mensenrechten, arbeidsrechten, milieu en anti-corruptie, en de OESO-richtlijnen (in lijn met het IMVB-convenant). Jaarlijks worden onze beleggingen gescreend op het naleven van deze principes. Met ondernemingen die zich niet aan de normen houden wordt een dialoog gevoerd (“engagement”). Een engagementtraject loopt in beginsel drie jaar. Als het bedrijf onvoldoende gedragsverbetering laat zien, kunnen we er ons als belegger uit terugtrekken. Het bedrijf komt dan op onze uitsluitingslijst. Bedrijven die non-compliant zijn met de UN Global Compact Principles worden uitgesloten wanneer deze binnen een jaar niet als compliant kunnen worden bestempeld.

Op verschillende thema’s lopen er engagementtrajecten gericht op duurzaamheid. Eén is gericht op het verminderen van de ‘water footprint’ van een twintigtal bedrijven die gebruikmaken van waterbassins in Zuid-Afrika (Vaal Bassin) en Brazilië (Tiëte Bassin). Het engagementtraject geeft invulling aan ons MVB-speerpunt ‘watermanagement’. In het eerste kwartaal van 2023 loopt het traject af. De afronding van het traject zal volgend jaar worden verantwoord in het duurzaamheidsverslag.

Een tweede traject richt zich op bedrijven betrokken in de waardeketen van bossen. Door de groeiende vraag naar voedsel en andere grondstoffen worden regelmatig bossen gekapt om plaats te maken voor nieuwe plantages en velden voor vee, soja, palmolie, hout etc. Het thema gaat de dialoog aan met bedrijven betrokken bij de inkoop, handel, verwerking en productie van deze grondstoffen, en richt zich ook op de financiers van deze bedrijven. Het thema is medio 2021 gestart en loopt drie jaar.

Voor het derde speerpunt, technologische bedrijven, is een engagementtraject gestart dat zich richt op ‘Responsible Cleantech’. Cleantech-producten zoals elektrische auto’s, windmolens, zonnepanelen en waterstoftechnologie dragen bij aan de energietransitie ter voorkoming van klimaatverandering. We gaan de dialoog aan met producenten om ons ervan te verzekeren dat niet alleen de inzet maar ook de vervaardiging van de producten duurzaam is. Het traject is gestart in 2020 en loopt drie jaar. 

Stembeleid
We stemmen wereldwijd op aandeelhoudersvergaderingen van bedrijven. We nemen daarbij internationale afspraken over duurzaam ondernemen en maatschappelijk verantwoord beleggen als uitgangspunt, zoals die bijvoorbeeld zijn vastgelegd in verdragen van de Verenigde Naties.

Uitsluiting bedrijven
In sommige bedrijven of sectoren beleggen we principieel niet. We beleggen niet in:

  • bedrijven die te maken hebben met controversiële wapens, zoals biologische, nucleaire en chemische wapens, antipersoonsmijnen, clustermunitie, munitie met verarmd uranium en witte fosfor (als het gaat om controversiële toepassing);
  • bedrijven die betrokken zijn bij controversiële wapenhandel met landen:
    • waar een wapenembargo van de VN-Veiligheidsraad, de Verenigde Staten of de Europese Unie van kracht is, of een ander relevant multilateraal wapenembargo;
    • die deel uitmaken van een oorlogsgebied;
    • en/of een onevenredig deel van zijn budget aan militaire goederen besteden.
  • bedrijven die betrokken zijn bij wapenhandel naar landen met een hoog risico waarvoor de Nederlandse regering een 'presumption of denial14' toepast bij de beslissing over een exportvergunning;
  • bedrijven die meer dan 5% van de omzet behalen met thermische kolenmijnbouw. De omzetgrens zal geleidelijk teruggebracht worden naar vrijwel 0% (0-5%) in 2030;
  • bedrijven die 5% of meer van hun omzet behalen uit kolengestookte elektriciteit opwekking. De omzetgrens zal geleidelijk teruggebracht worden naar vrijwel 0% (0-5%) in 2030;
  • bedrijven die jaarlijks meer dan 20 miljoen ton thermische steenkool produceren en actief de exploratie-, mijnbouw- of raffinageactiviteiten uitbreiden;
  • bedrijven die een capaciteit hebben voor kolengestookte elektriciteit opwekking van meer dan 10 gigawatt en actief de productiecapaciteit van kolencentrales uitbreiden;
  • bedrijven die 5% of meer van hun olieproductie halen uit teerzanden en/of bedrijven die een significante betrokkenheid hebben bij het transport van teerzandolie. De omzetgrens zal geleidelijk teruggebracht worden naar vrijwel 0% (0-5%) in 2030;
  • bedrijven die 5% of meer van hun inkomsten uit palmolieproductie en/of distributie behalen;
  • bedrijven die bossen beheren voor houtproductie met een FSC-certificeringsdekking van 75% of lager;
  • bedrijven die meer dan 5% van de omzet halen uit de productie van tabak en aan tabak gerelateerde producten;
  • bedrijven die 5% of meer van hun omzet halen uit de olie- en gaswinning in het offshore poolgebied;
  • (Wit)-Russische ondernemingen;
  • bedrijven die non-compliant zijn met de UN Global Compact Principles worden in principe uitgesloten wanneer deze binnen een jaar niet als compliant kunnen worden bestempeld;
  • bedrijven die niet handelen in lijn met OESO-richtlijnen en waarbij de gevoerde dialoog niet heeft geleid tot het gewenste resultaat kunnen worden uitgesloten.

Green bonds zijn duurzame leningen die verduurzaming van bedrijven ondersteunen. Voor deze beleggingscategorie zijn afwijkende uitsluitingen van toepassing. Vanuit onze maatschappelijke verantwoordelijkheid willen we door middel van green bonds wel de mogelijkheid hebben om bij te dragen aan de verduurzaming van een deel van de bedrijven die door de algemene uitsluitingenlijst zijn uitgesloten. Simpel uitsluiten doet naar onze mening te kort aan de sturende kracht van geld als kernelement in de beleggingsovertuigingen. Voor green bonds gelden daarom alleen de uitsluitingen m.b.t. controversiële wapens, tabak, biodiversiteit en landen.

In 2022 is het uitsluitingenbeleid verder aangescherpt door de uitsluiting van (Wit)-Russische bedrijven en de uitsluiting van bedrijven met meer dan 5% omzet uit olie- en gaswinning uit het offshore poolgebied.

Uitsluiting landen
Ook in sommige landen beleggen we niet. Landen die betrokken zijn bij ernstige schendingen van de mensenrechten worden uitgesloten van beleggingen in staatsleningen. 

We sluiten landen uit op basis van universeel erkende veroordelingen op het gebied van schending van mensenrechten. Daarnaast sluiten we uit op basis van criteria met betrekking tot controversiële wapens. Dit leidt binnen obligaties van opkomende landen tot uitsluitingen op de volgende gronden:

  1. Betrokkenheid van het land bij de productie van controversiële wapens.
  2. Landen waarvoor een wapenembargo geldt.
  3. Landen waarbij de Nederlandse regering een 'presumption of denial’ kent.

Voor een lijst met uitgesloten bedrijven en landen verwijzen we naar het MVB-beleidsdocument.

14.Dit betekent dat alleen een vergunning kan worden afgegeven als onomstotelijk vaststaat dat de goederen niet in een conflictgebied worden ingezet.

Sustainable Finance Disclosure Regulation
Pensioenfonds KPN valt onder de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR). Deze Europese wetgeving wordt in verschillende stappen geïmplementeerd. Per 10 maart 2021 voldoen we aan de SFDR. 

Artikel 3: Integratie duurzaamheidsrisico’s
In ons beleid voor maatschappelijk verantwoord beleggen is ESG-integratie bij beleggingsbeslissingen expliciet beschreven en in ons duurzaamheidsverslag leggen we verantwoording af over hoe we rekening houden met ESG-risico’s in beleggingsbeslissingen.

Artikel 4: Publiceren verklaring informatie ongunstige factoren
We houden rekening met de belangrijkste negatieve effecten in de zin van Artikel 4 van de SFDR waar zinvol en waarvoor gegevens beschikbaar zijn. Dit worden Principal Adverse Impacts (PAI’s) genoemd. Daarnaast worden we via de externe vermogensbeheerders van de relevante beleggingsstrategieën ook contractueel verplicht dit op deze wijze te doen. Het is echter mogelijk dat PAI's niet belangrijker zijn dan andere factoren in het beleggingsselectieproces, zodat PAI's niet doorslaggevend zijn bij de beslissing om een bepaalde belegging al dan niet in de portefeuille op te nemen.

In lijn met het in aanmerking nemen van de PAI-indicatoren, worden bepaalde uitgevende instellingen uitgesloten op basis van hun activiteiten en de daarmee samenhangende negatieve effecten.  Voor een aantal soorten effecten of activaklassen kunnen beperkte of geen PAI-gegevens beschikbaar zijn. Voor dit deel van de portefeuille (op dit moment ca. 20%) geldt dat we afhankelijk van de data-beschikbaarheid PAI’s op een ‘best effort’ basis meewegen.

Hoe we dit nu al doen en daarin zelfs vooroplopen in de pensioensector lees je in ons MVB-beleid en duurzaamheidsverslag. Op de website rapporteren we overeenkomstig de verplichtingen in het kader van de SFDR over de PAIs.

Artikel 5: Publicatie beloningsbeleid
Het beloningsbeleid waarborgt voor ons pensioenfonds een beheerste en integere bedrijfsvoering. Het beloningsbeleid moedigt niet aan tot het nemen van meer risico’s (waaronder duurzaamheidsrisico's) dan voor ons aanvaardbaar is. Omdat er bij ons geen sprake is van variabele beloning binnen het bestuur en bestuursbureau, zijn resultaten op het gebied van maatschappelijk verantwoord beleggen geen reden tot meer of minder beloning bij het bestuur of ondersteunende bestuursbureau. Het beloningsbeleid voldoet daarmee aan wettelijke eisen uit de SFDR en aan alle overige geldende wet- en regelgeving. 

Artikel 6: Precontractuele informatie
Op de website hebben we de relevante precontractuele informatie in het kader van SFDR gepubliceerd. De impact van maatschappelijk verantwoord beleggen - zowel positief als negatief - op het rendement van de beleggingsportefeuille is niet eenduidig aangetoond in wetenschappelijk onderzoek. Wij hebben de overtuiging dat MVB-beleggen op de lange termijn positief bijdraagt aan het risico/rendementsprofiel van de beleggingsportefeuille.  Dit wordt nader omschreven in ons beleid voor maatschappelijk verantwoord beleggen.

Artikel 8: Classificatie pensioenregeling
Wij classificeren onze pensioenregeling als een financieel product dat duurzaamheidskenmerken promoot. We beschikken over een uitgebreid MVB-beleid waarin we beschrijven hoe we de volgende milieu- en sociale kenmerken promoten in ons beleid: klimaat(risico), watermanagement, mensenrechten, goede gezondheid en welzijn. 

In de beleggingsportefeuille wordt ernaar gestreefd milieucriteria te bevorderen, maar er wordt geen expliciete beoordeling gemaakt in hoeverre de beleggingen op de EU-taxonomie (classificatiesysteem om te bepalen of activiteiten ecologisch duurzaam zijn) zijn afgestemd. Op dit moment achten we dit onder andere niet zinvol vanwege het gebrek aan betrouwbare en verifieerbare data en het feit dat er nog steeds veel onzekerheid over de regelgeving rondom de EU-taxonomie is.

Als zodanig beleggen we minimaal 0% van ons vermogen in activiteiten die ecologisch duurzaam zijn zoals bedoeld onder de definitie van de EU-taxonomie. We zullen ons zoveel mogelijk blijven inspannen om na te gaan welke onderliggende beleggingen van het pensioenproduct voldoen aan de taxonomie en hierover rapporteren conform SFDR- wetgeving. 

De pensioenregeling van het pensioenfonds is een hybride regeling. Voor het geheel van deze regeling is één SFDR Annex IV bijlage opgenomen. Deze bijlage betreft een wettelijke vereiste vanuit de SFDR-wetgeving en is opgenomen in dit jaarverslag.

Meer weten over MVB?

Voor meer informatie over verantwoord beleggen, ESG-criteria, het gebruik van benchmarks, indicatoren, screeningcriteria en methodologieën verwijzen wij je naar de informatieverschaffing in het kader van SFDR op de website, het MVB-beleid en het duurzaamheidsverslag. Op onze website is een overzicht opgenomen van de classificatie op basis van artikelen onder SFDR voor al onze beleggingen.

Versie:
v6.2.23

Met iWink Report maak je professionele online publicaties. Publicaties die je online, in print en als PDF-download kunt aanbieden.

En daarmee voldoe je direct aan de WCAG-wetgeving rond digitale toegankelijkheid.

Eenvoudig, veilig en efficiënt.

Meer over iWink Report