Spring naar inhoud

11.5 Toelichting op de balans per 31 december 2024

Activa

1. Beleggingen voor risico pensioenfonds

(bedragen x € 1.000) 31-12-2024 31-12-2023
Vastgoedbeleggingen 900.921 995.671
Aandelen 3.077.653 2.549.986
Vastrentende waarden 5.352.090 5.142.920
Derivaten 75.631 46.191
Overige beleggingen 1.328.807 1.256.478
Totaal 10.735.102 9.991.246
(bedragen x € 1.000) Vastgoed- beleggingen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen Totaal
Stand per 1 januari 2024 995.671 2.549.986 5.142.920 -1.235.282 1.256.478 8.709.773
Aankopen 468.902 820.232 797.952 0 1.562.438 3.649.524
Verkopen -521.911 -857.938 -944.143 109.745 -1.529.064 -3.743.311
Herwaardering -41.741 565.373 355.362 15.237 61.235 955.466
Overige mutaties 0 0 0 0 -22.280 -22.280
Stand per 31 december 2024 900.921 3.077.653 5.352.090 -1.110.300 1.328.807 9.549.171
Schuldpositie derivaten (credit)           1.185.931
Totaal           10.735.102

Schattingen van de actuele waarde zijn een momentopname, gebaseerd op de marktomstandigheden en de beschikbare informatie over het financiële instrument. Deze schattingen zijn van nature subjectief en bevatten onzekerheden en een significante oordeelsvorming (bijvoorbeeld rentestand, volatiliteit, schatting van kasstromen, etc.) en kunnen derhalve niet met precisie worden vastgesteld.

In 2024 bedraagt de negatieve derivatenpositie € 1.185,9 miljoen (2023: € 1.281,5 miljoen).

In de 'overige beleggingen' worden de beleggingen in private equity en money market funds verantwoord. Daarnaast worden ook de beleggingsliquiditeiten onder 'overige beleggingen' verantwoord. De vorderingen en schulden inzake beleggingen en het onderpand op de derivaten zijn in 2024 en 2023 niet opgenomen onder de 'overige beleggingen' maar separaat opgenomen onder de vorderingen en overlopende activa en de overige schulden en overlopende passiva.

Het saldo onder overige mutaties in de categorie 'Overige beleggingen' heeft betrekking op de betalingen en ontvangsten van kasonderpand.

(bedragen x € 1.000) Vastgoed-beleggingen Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen Totaal
Stand per 1 januari 2023 1.137.622 2.261.248 5.038.151 -1.409.897 923.538 7.950.662
Aankopen 13.968 506.518 2.493.377 64.082 1.689.265 4.767.210
Verkopen -8.750 -633.128 -2.642.846 -67.349 -1.454.693 -4.806.766
Herwaardering -147.169 415.348 254.238 177.882 29.152 729.451
Overige mutaties 0 0 0 0 69.215 69.215
Stand per 31 december 2023 995.671 2.549.986 5.142.920 -1.235.282 1.256.478 8.709.773
Schuldpositie derivaten (credit)           1.281.473
Totaal           9.991.246

In 2023 heeft de fondsbeheerder de structuur van een aantal beleggingsfondsen vereenvoudigd. Voor het pensioenfonds betekende dit dat beleggingen in bepaalde ‘feeder’ fondsen verkocht werden en dat voor dezelfde waarde werd belegd in het ‘master’ fonds. Het pensioenfonds behield daarmee dezelfde onderliggende beleggingen. De hier uit voortvloeiende transacties zijn in bovenstaande overzicht mee genomen als verkoop respectievelijk aankoop (voor Aandelen betrof dit € 120,9 miljoen, voor Vastrentende waarden € 1.246,2 miljoen).

Vastgoedbeleggingen

(bedragen x € 1.000) 31-12-2024 31-12-2023
Indirecte vastgoedbeleggingen, zijnde participaties in beleggingsinstellingen die beleggen in vastgoed 900.921 995.671
Totaal 900.921 995.671

De verkrijgingsprijs van vastgoed bedraagt per balansdatum in totaal € 878,6 miljoen (2023: € 850,9 miljoen).

Ultimo boekjaar bedragen de volgende posten meer dan 5% van de betreffende beleggingscategorie:

(bedragen x € 1.000) 31-12-2024 31-12-2023
Vesteda 87.860 9,8% 75.179 7,6%
Prologis Targeted US 0 0,0% 67.337 6,8%
Prologis European Logistics 63.621 7,1% 63.128 6,3%
Morgan Stanley Prime Property 66.971 7,4% 68.696 6,9%
Bouwinvest Dutch Residential Fund 48.553  5,4% 44.902  4,5%
CBRE Europe Logistics Partner 78.180 8,7% 80.744 8,1%

Aandelen

(bedragen x € 1.000) 31-12-2024 31-12-2023
Beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde beleggingsinstellingen die beleggen in aandelen 3.077.653 2.549.986
Totaal 3.077.653 2.549.986

De verkrijgingsprijs van aandelen bedraagt per balansdatum in totaal € 2.072,7 miljoen (2023: € 1.861,7 miljoen). Er zijn geen aandelenposities met een belang groter dan 5% van de beleggingen in aandelen (2023: geen).

Het pensioenfonds belegt voor € 892,4 duizend ofwel 0,01% van de totale beleggingsportefeuille in de werkgever KPN N.V. In 2023 belegde het pensioenfonds niet in de werkgever KPN N.V.

Vastrentende waarden

(bedragen x € 1.000) 31-12-2024 31-12-2023
Obligaties 772.324 703.161
Hypothekenfonds 2.023.433 2.089.510
Niet-beursgenoteerde beleggingsinstellingen die beleggen in vastrentende waarden 2.556.334 2.350.249
Totaal 5.352.090 5.142.920

De verkrijgingsprijs van vastrentende waarden bedraagt per balansdatum in totaal € 4.919,4 miljoen (2023: € 5.026,5 miljoen). Het pensioenfonds heeft geen vastrentende waarden uitgeleend (2023: geen).

De beleggingen onder "Hypothekenfonds" betreft de beleggingen in het MM Dutch Mortgage Fund.

Ultimo boekjaar bedragen de volgende posten meer dan 5% van de betreffende beleggingscategorie:

(bedragen x € 1.000) 31-12-2024 31-12-2023
Duitse staatsobligaties 401.580 7,5% 730.952 14,2%
Totaal 401.580 7,5% 730.952 14,2%

De waarde van de beleggingen in MM Dutch Mortgage Fund bedraagt € 2.023,4 miljoen en is meer dan 5% van de beleggingen in vastrentende waarden. Echter, de uiteindelijke beleggingen zijn verspreid over een veelvoud van debiteuren.

Derivaten

(bedragen x € 1.000) 31-12-2024 31-12-2023
Valutaderivaten 75.631 46.191
Overige derivaten 0 0
Totaal 75.631 46.191

In de bovenstaande weergave zijn alleen de positieve derivatenposities meegenomen in verband met het hoge saldo aan negatieve rentederivaten. De negatieve derivatenpositie staat aan de passiva zijde van de balans. Een toelichting inzake de derivatenposities is opgenomen in de paragraaf Risicobeheer.

Overige beleggingen

(bedragen x € 1.000) 31-12-2024 31-12-2023
Liquide middelen 123.047 144.467
Private equity 650.415 607.326
Money Market Funds 555.345 504.686
Totaal 1.328.807 1.256.478

De vorderingen en schulden inzake beleggingen worden separaat op de balans onder de vorderingen en overlopende activa en de overige schulden en overlopende passiva gepresenteerd.

Ultimo boekjaar bedragen de volgende posten meer dan 5% van de betreffende beleggingscategorie:

(bedragen x € 1.000) 31-12-2024 31-12-2023
Morgan Stanley Liquidity Fund 184.886 13,9% 175.931 14,0%
Fidelity Institutional Liquidity Fund PLC 185.300 13,9% 165.355 13,2%
BlackRock ICS Euro Liquidity Fund 185.159 13,9% 163.400 13,0%
Totaal 555.345 41,8% 504.686 40,2%

Schattingen en oordelen

Zoals vermeld in de toelichting zijn de beleggingen van het pensioenfonds nagenoeg allemaal gewaardeerd tegen actuele waarde per balansdatum en is het over het algemeen mogelijk en gebruikelijk om de actuele waarde binnen een aanvaardbare bandbreedte van schattingen vast te stellen. Voor sommige andere financiële instrumenten, zoals beleggingsvorderingen en -schulden, geldt dat de boekwaarde de actuele waarde benadert als gevolg van het kortetermijnkarakter van de vorderingen en schulden. De boekwaarde van alle activa en de financiële verplichtingen op balansdatum benadert de actuele waarde.

Voor de meerderheid van de financiële instrumenten van het pensioenfonds kan gebruik worden gemaakt van marktnoteringen. Echter, bepaalde financiële instrumenten, zoals bijvoorbeeld derivaten zijn gewaardeerd door middel van gebruikmaking van waarderingsmodellen en -technieken, inclusief verwijzing naar de huidige reële waarde van vergelijkbare instrumenten. 

In onderstaand overzicht is rekening gehouden met de vorderingen en schulden inzake beleggingen en de negatieve derivaten. Hierdoor komt de eindstand niet overeen met de eindstand op de balans en de toelichting op de balans. Op basis van de boekwaarde kan het volgende onderscheid worden gemaakt:

(bedragen x € 1.000) Directe markt-noteringen Afgeleide markt-noteringen Waarderings-modellen Overig Totaal
Vastgoedbeleggingen 0 18.633 882.288 0 900.921
Aandelen 0 3.077.653 0 0 3.077.653
Vastrentende waarden 772.324 2.556.334 2.023.433 0 5.352.090
Derivaten 0 -1.110.300 0 0 -1.110.300
Overige beleggingen 0 555.345 650.415 1.217.102 2.422.862
Stand per 31 december 2024 772.324 5.097.664 3.556.136 1.217.102 10.643.226
(bedragen x € 1.000) Directe markt-noteringen Afgeleide markt-noteringen Waarderings-modellen Overig Totaal
Vastgoedbeleggingen 0 20.421 975.251 0 995.671
Aandelen 0 2.549.986 0 0 2.549.986
Vastrentende waarden 703.161 2.350.249 2.089.510 0 5.142.920
Derivaten 0 -1.235.282 0 0 -1.235.282
Overige beleggingen 0 504.686 607.326 1.341.526 2.453.537
Stand per 31 december 2023 703.161 4.190.059 3.672.086 1.341.526 9.906.832

2. Beleggingen voor risico deelnemers

(bedragen x € 1.000) 31-12-2024 31-12-2023
Vastgoedbeleggingen 65.884 60.238
Aandelen 592.960 542.146
Vastrentende waarden 618.200 581.301
Overige beleggingen 1.391 2.650
Totaal 1.278.435 1.186.335
(bedragen x € 1.000) Vastgoed-beleggingen Aandelen Vastrentende waarden Overige beleggingen Totaal
Stand per 1 januari 2024 60.238 542.146 581.301 2.650 1.186.335
Aankopen 11.832 135.278 76.624 268 224.001
Verkopen -9.583 -187.212 -63.175 -1.593 -261.563
Herwaardering 3.398 102.748 23.450 66 129.662
Stand per 31 december 2024 65.884 592.960 618.200 1.391 1.278.435
(bedragen x € 1.000) Vastgoed-beleggingen Aandelen Vastrentende waarden Overige beleggingen Totaal
Stand per 1 januari 2023 55.086 495.781 514.031 3.324 1.068.222
Aankopen 10.089 60.281 460.017 1.103 531.490
Verkopen -8.475 -112.571 -429.018 -1.856 -551.920
Herwaardering 3.538 98.655 36.271 79 138.543
Stand per 31 december 2023 60.238 542.146 581.301 2.650 1.186.335

In 2023 heeft de fondsbeheerder de structuur van een aantal beleggingsfondsen vereenvoudigd. Voor het pensioenfonds betekende dit dat beleggingen in bepaalde ‘feeder’ fondsen verkocht werden en dat voor dezelfde waarde werd belegd in het ‘master’ fonds. Het pensioenfonds behield daarmee dezelfde onderliggende beleggingen. De hier uit voortvloeiende transacties zijn in bovenstaande overzicht mee genomen als verkoop respectievelijk aankoop (voor Aandelen betrof dit € 21,5 miljoen, voor Vastrentende waarden € 373,6 miljoen). Dit zorgt er ook voor dat de aan- en verkopen in 2023 significant hoger zijn dan in 2024. 

Vastgoedbeleggingen

(bedragen x € 1.000) 31-12-2024 31-12-2023
Indirecte vastgoedbeleggingen, zijnde participaties in beleggingsinstellingen die beleggen in vastgoed 65.884 60.238
Totaal 65.884 60.238

De verkrijgingsprijs van vastgoed bedraagt per balansdatum in totaal € 60,8 miljoen (2023: € 57,8 miljoen).

Aandelen

(bedragen x € 1.000) 31-12-2024 31-12-2023
Beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde beleggingsinstellingen die beleggen in aandelen 592.960 542.146
Totaal 592.960 542.146

De verkrijgingsprijs van aandelen bedraagt per balansdatum in totaal € 403,8 miljoen (2023: € 395,2 miljoen).

Vastrentende waarden

(bedragen x € 1.000) 31-12-2024 31-12-2023
Beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde beleggingsinstellingen die beleggen in vastrentende waarden 618.200 581.301
Totaal 618.200 581.301

De verkrijgingsprijs van vastrentende waarden bedraagt per balansdatum in totaal € 591,9 miljoen (2023: € 576,8 miljoen).

Overige beleggingen

(bedragen x € 1.000) 31-12-2024 31-12-2023
Beleggingsfondsen 1.391 2.650
Totaal 1.391 2.650

3. Herverzekeringsdeel technische voorziening

(bedragen x € 1.000) 31-12-2024 31-12-2023
Herverzekeringsdeel technische voorziening 0 597
Totaal 0 597

Het herverzekeringscontract is in 2024 afgekocht en hiermee is het herverzekeringsdeel technische voorziening vervallen en zijn toekomstige uitkeringen opgenomen als vordering. Deze voorziening had betrekking op de toekomstige inleg van arbeidsongeschikte deelnemers van KPN-Contact, zoals deze periodiek door de herverzekeraar aan het pensioenfonds wordt overgemaakt. Daarnaast bestond deze voorziening uit ingegane arbeidsongeschiktheidsuitkeringen van het voormalige Ondernemingspensioenfonds (OPF) KPN en Stichting Voorzieningsfonds Getronics (SVG). 

4. Vorderingen en overlopende activa

(bedragen x € 1.000) 31-12-2024 31-12-2023
Vorderingen inzake beleggingen 1.097.630 1.197.059
Vorderingen op de werkgever 9.054 3.266
Vordering op de belastingdienst 310 174
Vordering op de herverzekeraar 66 
Overige vorderingen en overlopende activa 153 206
Totaal 1.107.213 1.200.705

De vorderingen inzake beleggingen betreffen kas onderpand en nog af te wikkelen transacties.

De vorderingen op de werkgever hebben voornamelijk betrekking op de voorlopige premieafrekening over het jaar 2024 (€ 9,0 miljoen). 

De vordering op de belastingdienst bestaat uit de terug te vorderen btw over het vierde kwartaal 2024.

De vordering op de herverzekeraar betreffen nog te verwachten uitkeringen van de herverzekeraars Nationale Nederlanden en Zwitserleven over de jaren 2025 en 2026. 

De overige vorderingen en overlopende activa bestaan voornamelijk uit de nog te ontvangen creditrente over het vierde kwartaal 2024 (€ 0,1 miljoen).

Alle vorderingen hebben een resterende looptijd korter dan één jaar.

5. Overige activa

(bedragen x € 1.000) 31-12-2024 31-12-2023
Liquide middelen 14.832 8.350
Totaal 14.832 8.350

De tegoeden bij banken staan ter vrije beschikking van het pensioenfonds. Pensioenfonds KPN heeft een Intraday limiet van € 10,5 miljoen bij zijn huisbankier.

Passiva

6. Stichtingskapitaal en reserves

(bedragen x € 1.000) 2024 2023
Stand per 1 januari 2.044.082 1.842.344
Bestemming saldo van baten en lasten boekjaar 411.928 201.738
Stand per 31 december 2.456.010 2.044.082

Dekkingsgraden, vermogensposities en herstelplan

  31-12-2024 31-12-2023
Actuele dekkingsgraad 126,1% 122,8%
Reële dekkingsgraad 99,6% 96,2%
Beleidsdekkingsgraad 126,8% 123,7%

Bij het berekenen van de reële dekkingsgraad van het pensioenfonds wordt ten behoeve van deze berekening de voorziening pensioenverplichtingen herrekend, rekenend houdend met de verwachte prijsinflatie. Doordat het premiedepot is opgenomen onder de langlopende schulden, wordt deze niet meegeteld in de bepaling van de dekkingsgraad. De reële dekkingsgraad is gelijk aan de beleidsdekkingsgraad gedeeld door de beleidsdekkingsgraad die is vereist voor de volledige toeslagverlening op basis van prijsinflatie. Op basis van deze definitie komt de reële dekkingsgraad ultimo 2024 uit op 99,6% (2023: 96,2%).

Voor het bepalen van het vereist eigen vermogen (de solvabiliteitstoets) maakt het pensioenfonds gebruik van het standaardmodel. Het bestuur acht het gebruik van het standaardmodel passend voor de risico's van het pensioenfonds. De uitkomsten van de solvabiliteitstoets zijn opgenomen onder de paragraaf 'Risicobeheer'.

Op basis hiervan bedraagt het (minimaal) vereist vermogen op 31 december:

(bedragen x € 1.000) 31-12-2024 31-12-2023
Stichtingskapitaal en reserves 2.456.010 2.044.082
Minimaal vereist eigen vermogen 343.864 329.676
Vereist eigen vermogen 1.417.466 1.480.695

De vermogenspositie van het pensioenfonds kan ultimo 2024 gekarakteriseerd worden als een situatie met een toereikende solvabiliteit omdat de beleidsdekkingsgraad hoger is dan de dekkingsgraad die hoort bij het vereist vermogen.

Herstelplan

Per 30 juni 2021 was de beleidsdekkingsgraad hoger dan de vereiste dekkingsgraad. Hiermee was het pensioenfonds per deze datum uit herstel. Omdat de beleidsdekkingsgraad per 31 december 2024 (126,8%) ook hoger is dan de vereiste dekkingsgraad (115,1%), hoeft het pensioenfonds geen actualisatie van het herstelplan in te dienen in 2025, omdat de verplichting per 30 juni 2021 al was vervallen.

Op grond van het financieel toetsingskader, moet een pensioenfonds jaarlijks een haalbaarheidstoets uitvoeren. Daarnaast moet het pensioenfonds laten zien dat het afgesproken premiebeleid reëel en haalbaar is, alsook dat het pensioenfonds een voldoende herstelkracht heeft vanuit het niveau van het minimaal vereist eigen vermogen.

Voor pensioenfondsen die naar verwachting volledig zullen invaren en die na invaren naar verwachting geen flexibele premieregeling met een vastgestelde uitkering uit zal voeren, is de mogelijkheid geboden om van de jaarlijkse haalbaarheidstoets af te zien. Dit is voor ons pensioenfonds het geval. Wij hebben gekozen van de mogelijkheid gebruik te maken om geen haalbaarheidstoets uit te voeren.

Statutaire regelingen omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten

Er zijn geen statutaire bepalingen betreffende de bestemming van het resultaat. Het saldo van de staat van baten en lasten is toegevoegd aan de algemene reserve.

7. Voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds

(bedragen x € 1.000) 31-12-2024 31-12-2023
Voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds 8.113.593 7.777.406
Herverzekeringsdeel technische voorzieningen 0 597
Totaal 8.113.593 7.778.003

Voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds

(bedragen x € 1.000) 2024 2023
Stand per 1 januari 7.777.406 7.477.591
Pensioenopbouw 72.308 69.392
Toeslagverlening 169.477 160
Rentetoevoeging 262.509 240.072
Onttrekking voor pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten -329.843 -318.987
Wijziging marktrente 114.176 277.009
Wijziging actuariële grondslagen -3.207 462
Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten -6.004 -3.830
Overige mutaties voorziening pensioenverplichtingen 56.771 35.537
Stand per 31 december 8.113.593 7.777.406

Pensioenopbouw

Onder pensioenopbouw is opgenomen de actuarieel berekende waarde van de diensttijdopbouw. Dit is het effect op de voorziening pensioenverplichtingen van de in het verslagjaar opgebouwde nominale rechten ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen. Verder is hierin begrepen het effect van de individuele salarisontwikkeling.

Toeslagverlening

De toeslagverlening voor deelnemers, pensioengerechtigden en gewezen deelnemers wordt gebaseerd op het afgeleide consumentenprijsindexcijfer (periode september - september). Bij een beleidsdekkingsgraad tussen 110% en de grens die nodig is voor toekomstbestendige toeslagverlening (in 2024 129,8%) kan een evenredige toeslag worden toegekend aan de actieve deelnemers. De evenredige toeslag wordt berekend op basis van de beleidsdekkingsgraad.

Voor de pensioengerechtigden en de gewezen deelnemers wordt de toeslag berekend aan de hand van het aanwezige vermogen boven de grens van 110%. De aldus bepaalde toeslag is hoger dan de evenredig berekende toeslag.

Het bestuur heeft op basis van de financiële positie besloten per 1 januari 2025 een gedeeltelijke toeslag te verlenen van 2,09% voor de actieve deelnemers en 2,17% voor de pensioengerechtigden en de gewezen deelnemers. De reguliere toeslag bedraagt in totaal € 169,5 miljoen en dit bedrag is toegevoegd aan de voorziening pensioenverplichtingen

Rentetoevoeging

De pensioenverplichtingen zijn opgerent met 3,439% (2023: 3,264%), op basis van de 1-jaarsrente van de RTS- curve aan het begin van het verslagjaar, wat overeenkomt met een bedrag van € 262,5 miljoen.

Onttrekking voor pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten

Verwachte toekomstige pensioenuitkeringen worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de voorziening pensioenverplichtingen. De onder dit hoofd opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de pensioenen van de verslagperiode.

Toekomstige pensioenuitvoeringskosten (in het bijzonder excassokosten) worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de voorziening pensioenverplichtingen. De onder dit hoofd opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de kosten van de verslagperiode.

Wijziging marktrente

Jaarlijks wordt per 31 december de marktwaarde van de technische voorzieningen herrekend door toepassing van de actuele rentetermijnstructuur.

De gemiddelde marktrente is per 31 december 2024 2,19% (2023: 2,36%) en daarmee 0,2%-punt lager dan per 31 december 2023. Als gevolg van deze daling van de marktrente is € 114,2 miljoen toegevoegd aan de voorziening pensioenverplichtingen

Wijziging actuariële grondslagen

De vaststelling van de toereikendheid van de voorziening voor pensioenverplichtingen is een inherent onzeker proces, waarbij gebruik wordt gemaakt van schattingen en oordelen door het bestuur van het pensioenfonds. Het effect van deze wijzigingen wordt verantwoord in het resultaat op het moment dat de actuariële uitgangspunten worden herzien.

In 2024 heeft het Actuarieel Genootschap nieuwe sterfteveronderstellingen gepubliceerd (AG prognosetafel). Het bestuur heeft besloten de pensioenverplichtingen te waarderen met toepassing van deze veronderstellingen. Dit heeft een verlagend effect op de voorziening pensioenverplichtingen van € 14,9 miljoen en een positief effect op de dekkingsgraad van 0,20%-punt.

Ook heeft het pensioenfonds de correctiefactoren op de sterftekansen geactualiseerd. Dit heeft een verhogend effect op de voorziening pensioenverplichtingen van € 9,0 miljoen en een negatief effect op de dekkingsgraad van 0,12%-punt.

Daarnaast is de opslag wezenpensioen die bij de voorziening van latent partnerpensioen van nog niet gepensioneerde deelnemers wordt toegepast verlaagd van 0,7% naar 0,6%. Dit heeft een verlagend effect op de voorziening pensioenverplichtingen van € 0,5 miljoen en een positief effect op de dekkingsgraad van 0,01%-punt.      

De basis voor vaststelling van de gehuwdheidsfrequenties voor de reservering voor latent partnerpensioen is geactualiseerd. Dit heeft een verlagend effect op de voorziening pensioenverplichtingen van € 1,0 miljoen en een positief effect op de dekkingsgraad van 0,01%-punt.                  

Voor het in het verleden opgebouwde zogeheten ongehuwden ouderdomspensioen is het percentage deelnemers waarvan wordt aangenomen dat ze op de pensioendatum een partner hebben aangepast van 77% naar 76%. Dit heeft een verhogend effect op de voorziening pensioenverplichtingen van € 2,0 miljoen en een negatief effect op de dekkingsgraad van 0,03%-punt.

Een tweetal pensioenproducten vanuit oude regelingen (WAO-aanvulling en ANW-hiaat) kent een onvoorwaardelijke stijging van de aanspraak. Dit heeft een verhogend effect op de voorziening pensioenverplichtingen van € 2,0 miljoen en een negatief effect op de dekkingsgraad van 0,03%-punt. 

Het totaal van bovengenoemde wijzigingen van de actuariële grondslagen bedraagt een verlagend effect op de voorziening pensioenverplichtingen van € 3,2 miljoen.                                        

Wijziging uit hoofde overdracht van rechten

(bedragen x € 1.000) 31-12-2024 31-12-2023
Toevoeging aan de technische voorziening 4.497 5.973
Onttrekking aan de technische voorziening -10.501 -9.803
Totaal -6.004 -3.830

Overige mutaties voorziening pensioenverplichtingen

(bedragen x € 1.000) 31-12-2024 31-12-2023
Resultaat op kanssystemen:    
- Sterfte -3.587 -6.635
- Arbeidsongeschiktheid -937 -4.145
- Mutaties 61.134 47.027
Overige technische grondslagen 161 -710
Totaal 56.771 35.537

Het resultaat op sterfte is in 2024, net als in 2023, relatief hoog. Deelnemers leefden korter dan verwacht.

De 'mutaties' bestaan voornamelijk uit de omzetting van DC naar DB als gevolg van uitdiensttredingen en pensioneren. In de overige technische grondslagen is onder andere de waarde van de garantie voor de 0%-garantieregeling verwerkt. De mutatie van de 0%-garantieregeling betreft in 2024 een afname van € 0,1 miljoen.

De voorziening voor pensioenverplichtingen, exclusief het herverzekerde deel van de technische voorziening en de overige technische voorziening is naar categorieën ultimo 2024 als volgt samengesteld:

(bedragen x € 1.000) 31-12-2024 31-12-2023
  Voorziening Aantallen Voorziening Aantallen
Actieven 1.409.414 10.952 1.369.754 11.055
Gewezen deelnemers 2.436.498 36.155 2.391.035 36.511
Pensioengerechtigden 4.267.681 24.720 4.016.617 23.926
Totaal 8.113.593 71.827 7.777.406 71.492

Korte beschrijving pensioenregeling

De pensioenregeling betreft een gecombineerde regeling. Tot het salarisdeel van € 45.378 betreft het een voorwaardelijk geïndexeerde middelloonregeling (artikel 10 Pensioenwet: uitkeringsovereenkomst) en vanaf € 45.378 betreft het een beschikbare-premieregeling (artikel 10 Pensioenwet: premieovereenkomst).

De pensioenleeftijd bedraagt 68 jaar, uitstel en vervroeging is mogelijk en er is geen sprake van een toetredingsleeftijd.

Jaarlijks wordt in de middelloonregeling een aanspraak op ouderdomspensioen opgebouwd van 1,875% van de in dat jaar geldende pensioengrondslag. Het pensioengevend salaris betreft het vaste maandsalaris, verhoogd met 8/10,5de deel van het cao-budget. Daarnaast zijn bepaalde variabele en vaste salariscomponenten pensioengevend. De franchise bedraagt voor 2024 € 17.545 en met ingang van 2024 is er sprake van een maximum pensioengevend salaris van € 137.800.

De beschikbare-premieregeling heeft een leeftijdsafhankelijke staffel. Het saldo wordt voor (gewezen) deelnemers omgezet op de pensioendatum tegen de dan geldende omzettingsfactoren. Het bestuur is bevoegd om deze omzettingsfactoren aan te passen. De inkooptarieven voor de BPR- en de IPS-regeling worden vastgesteld op de maandelijks gepubliceerde rentetermijnstructuur.

Er is sprake van een recht op nabestaanden- en wezenpensioen en premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid. Jaarlijks beslist het bestuur van het pensioenfonds de mate waarin over de opgebouwde aanspraken toeslag wordt verleend.

Toeslagverlening

De toeslagen op pensioenrechten en pensioenaanspraken worden jaarlijks vastgesteld door het bestuur van het pensioenfonds. Er bestaat een ambitie om jaarlijks de pensioenrechten en pensioenaanspraken aan te passen. De daadwerkelijke toeslag in een jaar is voorwaardelijk en is afhankelijk van de hoogte van de beschikbare middelen. De toeslag bedraagt maximaal de stijging van de consumentenprijsindex (cpi) voor alle bestedingen (afgeleid) over de periode september-september, zoals vastgesteld door het CBS.

Er is geen recht op toekomstige toeslagen. Het is niet zeker of en in hoeverre in de toekomst wordt geïndexeerd. Het pensioenfonds heeft geen geld gereserveerd voor toekomstige toeslagen. Toeslagen zijn afhankelijk van de middelen van het pensioenfonds, en daarvoor zijn beleggingsresultaten een belangrijk element.

Het bestuur heeft op basis van de financiële positie besloten per 1 januari 2025 een gedeeltelijke toeslag te verlenen van 2,09% voor de actieve deelnemers en 2,17% voor de pensioengerechtigden en de gewezen deelnemers.

Inhaaltoeslagen

Onder bepaalde omstandigheden kunnen inhaaltoeslagen worden toegekend. Inhaaltoeslagen zijn toeslagen die worden toegezegd, voor zover in het verleden niet voor 100% is geïndexeerd. Om inhaaltoeslagen te kunnen toekennen is een hoge dekkingsgraad vereist. Het bestuur van het pensioenfonds geeft in zijn jaarrekening elk jaar een specificatie van het verschil tussen de volledige en de werkelijk toegekende toeslagen.

De percentages uit het verleden van het pensioenfonds en ondernemingspensioenfonds KPN zijn naar rato samengevoegd opgenomen.

Actieve deelnemers Volledige
toeslag-
verlening
Toegekende
toeslagen
Verschil Cumulatief
verschil (t.o.v.
ambitie)
2014 1,08% 0,34% 0,74% 9,05%
2015 0,57% 0,38% 0,19% 9,26%
2016 0,39% 0,00% 0,39% 9,69%
2017 -0,01% 0,00% -0,01% 9,68%
2018 1,47% 0,74% 0,73% 10,48%
2019 1,47% 1,11% 0,36% 10,87%
2020 1,64% 0,41% 1,23% 12,24%
2021 0,99% 0,11% 0,88% 13,23%
2022 2,57% 2,57% 0,00% 13,23%
2023 17,16% 10,50% 6,66% 20,77%
2024 -1,39% 0,00% -1,39% 19,09%
2025 2,54% 2,09% 0,45% 19,63%

Het toeslagpercentage is bepaald over het lopende boekjaar en gaat in per 1 januari van het daaropvolgende jaar.

Gewezen deelnemers en pensioengerechtigden Volledige
toeslag-
verlening
Toegekende
toeslagen
Verschil Cumulatief
verschil (t.o.v.
ambitie)
2014 1,33% 0,42% 0,91% 9,78%
2015 0,82% 0,55% 0,27% 10,08%
2016 0,64% 0,00% 0,64% 10,78%
2017 -0,01% 0,00% -0,01% 10,77%
2018 1,47% 0,81% 0,66% 11,50%
2019 1,47% 1,16% 0,31% 11,85%
2020 1,64% 0,48% 1,16% 13,14%
2021 0,99% 0,13% 0,86% 14,11%
2022 2,57% 2,57% 0,00% 14,11%
2023 17,16% 11,82% 5,34% 20,20%
2024 -1,39% 0,00% -1,39% 18,53%
2025 2,54% 2,17% 0,37% 18,97%

Het toeslagpercentage is bepaald over het lopende boekjaar en gaat in per 1 januari van het daaropvolgende jaar. 

Herverzekeringsdeel technische voorzieningen

Het pensioenfonds had herverzekeringscontracten afgesloten met betrekking tot het risico van arbeidsongeschiktheid. Het herverzekeringscontract met Zwitserleven is in 2024 afgekocht en daarom is er geen sprake meer van een herverzekeringsdeel technische voorzieningen. 

Mutatie overzicht herverzekeringsdeel technische voorziening

(bedragen x € 1.000) 2024 2023
Stand per 1 januari 597 651
Overige actuariële wijzigingen -597 -54
Stand per 31 december 0 597

8. Overige technische voorzieningen

Voorziening voor arbeidsongeschiktheid

(bedragen x € 1.000) 2024 2023
Stand per 1 januari 13.311 12.578
Overige actuariële wijzigingen 1.143 733
Stand per 31 december 14.454 13.311

Deze voorziening betreft de voorziening voor ingegane ziektegevallen. De voorziening heeft overwegend een langlopend karakter. De voorziening voor arbeidsongeschiktheid is gelijk aan twee keer de risicopremie uit de premiestelling van het komende jaar. 

9. Voorziening pensioenverplichtingen voor risico deelnemer

De pensioenregeling voor risico deelnemers is een beschikbare-premieregeling (premieovereenkomst). De regeling is bedoeld voor deelnemers met een salaris boven de BPR-grens.

De premie is gebaseerd op een leeftijdsafhankelijke premiestaffel. Het pensioenfonds ontvangt jaarlijks de premie van de werkgever en maakt deze over aan de vermogensbeheerder. De deelnemer betaalt geen aankoop en/of verkoopkosten. De kosten van beleggen (total expense ratio) worden direct verrekend in het rendement. Deze beleggingskosten zijn afhankelijk van het depot waarin wordt belegd.

De hoogte van de beleggingsrendementen (en daarmee het te bereiken eindkapitaal) is naast de premie afhankelijk van het door de deelnemer geselecteerde beleggingsprofiel en de binnen dit profiel aangekochte beleggingen. Het uiteindelijk te bereiken kapitaal is hiermee onzeker en volledig voor risico van de deelnemer.

Per 1 september 2016 is de Wet Verbeterde Premieregeling (WVP) in werking getreden. Het pensioenfonds biedt per 1 januari 2019 de mogelijkheid om een variabele pensioenuitkering in te kopen. Dit betekent ook dat vanaf 1 januari 2019 de deelnemer geen mogelijkheid meer heeft om met het opgebouwde BPR-kapitaal te shoppen buiten het pensioenfonds. De deelnemers die vanaf 1 januari 2019 met pensioen gaan (en een BPR/IPS-kapitaal hebben) krijgen de keuze voorgelegd om op de pensioendatum te kiezen tussen een stabiele of een variabele uitkering.

Tussentijds opnemen van het kapitaal anders dan door middel van een waardeoverdracht is niet mogelijk.

Ultimo 2024 bedraagt de waarde van de WVP-regeling € 40,7 miljoen.

(bedragen x € 1.000) 2024 2023
Stand per 1 januari 1.186.335 1.068.222
Inleg en stortingen 35.349 30.089
Uitkeringen en onttrekkingen -72.911 -51.342
Beleggingsresultaten risico deelnemers 129.662 139.366
Stand per 31 december 1.278.435 1.186.335

De "uitkeringen en onttrekkingen" bestaan voornamelijk uit de omzetting van DC naar DB als gevolg van uitdiensttredingen en pensioneren.

10. Langlopende schulden

Premiedepot

(bedragen x € 1.000) 2024 2023
Stand per 1 januari 69.568 82.524
Totaal toegevoegde premie 116.237 110.236
Rendement in boekjaar 4.343 4.441
  190.148 197.201
Gedempte kostendekkende premie t.b.v. het resultaat -114.647 -125.516
Onttrekking t.b.v. solvabiliteitsopslag pensionering -2.394 -1.921
Nog te verrekenen met premiedepot -78 -979
Nog te verrekenen met premiedepot (t.b.v. solvabiliteitsopslag pensionering) 0 783
Stand per 31 december 73.029 69.568

De totale premie die door de werkgevers in 2024 is gestort in het premiedepot bedraagt € 116,2 miljoen. De gedempte kostendekkende premie is uit het premiedepot onttrokken. In de totale premie is ook een bedrag opgenomen aan voorlopige afrekening 2024. Het deel van dit bedrag dat toegerekend moet worden aan het premiedepot wordt bepaald op basis van de gedempte kostendekkende premie. Op het moment dat deze definitief is bepaald, vindt nog een afrekening plaats.

In 2024 is een bedrag van € 2.394 onttrokken t.b.v. de financiering van de inkoop van de solvabiliteitsopslag van KPN-deelnemers bij de omzetting van DC-saldi bij pensioneren. 

11. Derivaten

(bedragen x € 1.000) 31-12-2024 31-12-2023
Derivaten 1.185.931 1.281.473
Totaal 1.185.931 1.281.473

Een uitgebreide toelichting inzake de derivatenpositie is opgenomen in de paragraaf Risicobeheer.

12. Overige schulden en overlopende passiva

(bedragen x € 1.000) 31-12-2024 31-12-2023
Belastingen en premie sociale verzekeringen 6.049 6.013
Schulden inzake beleggingen 3.575 0
Vooruitontvangen posten 0 23
Overige schulden en overlopende passiva 4.506 8.425
Totaal 14.130 14.461

De post 'Belastingen en premie sociale verzekeringen' betreft de nog af te dragen loonheffing, die maandelijks achteraf overgemaakt wordt naar de belastingdienst.

De schulden inzake beleggingen betreffen kas onderpand en nog af te wikkelen transacties.

De overige schulden en overlopende passiva bestaan voornamelijk uit de overlopende kosten over het boekjaar 2024 van € 3,5 miljoen, de openstaande crediteuren van € 0,6 miljoen en de schuld inzake afkoop klein pensioen van € 0,4 miljoen. De openstaande crediteuren hebben voornamelijk betrekking op kosten advieskosten (€ 0,3 miljoen), kosten TKP (€ 0,1 miljoen) en kosten bestuur, bestuursbureau en verantwoordingsorgaan (€ 0,1 miljoen).

De schuld inzake niet opgevraagde pensioenen is vanaf 2024 meegenomen in de voorziening pensioenverplichtingen risico pensioenfonds. In 2023 betrof dit een bedrag van € 1,2 miljoen. 

Alle schulden hebben een resterende looptijd korter dan één jaar.

Versie: v8.2.35

Software voor digital-first corporate reporting

Creëer op efficiënte wijze publicaties die impact maken

Met iwink.report maak je publicaties op een eenvoudige en efficiënte manier. Je bespaart tijd, fouten en stress. Vanuit één plek publiceer je naar een volwaardige webversie, PDF en iXBRL-bestand. Zo geef je lezers de best mogelijke ervaring.

Meer over iwink.report