Spring naar inhoud

2.6 Maatschappelijk verantwoord beleggen

Pensioenfonds KPN belegt om een zo hoog mogelijk rendement te halen bij een verantwoord risico. Daarbij letten we er ook op dat de bedrijven waarin we beleggen voldoende oog hebben voor mens en milieu en integer worden geleid. Maatschappelijk verantwoord beleggen, noemen we dat. Zo dragen we bij aan een leefbare wereld, terwijl het meewegen van duurzaamheidscriteria bij onze beleggingsbeslissingen naar onze overtuiging ook bijdraagt aan een gezond rendement voor je pensioen.

Maatschappelijk verantwoord beleggen is een breed begrip dat nog volop in beweging is. Op dit moment zijn er op veel onderdelen nog verschillen in interpretatie en definities. Ook is betrouwbare data niet altijd beschikbaar. Wij voeren ons eigen beleid, waarbij we voldoen aan wet- en regelgeving en waar mogelijk aansluiten bij internationale standaarden. Daarbij staat voorop dat wij zelf achter onze beleidskeuzes kunnen staan en deze kunnen verantwoorden aan onze deelnemers. 

Beleggingsovertuigingen en impact

Onze beleggingskeuzes zijn gebaseerd op een aantal uitgangspunten die van belang zijn voor een zo goed mogelijk langetermijnrendement bij aanvaardbare risico’s. 

Twee van de beleggingsovertuigingen zijn gericht op duurzaam en verantwoord beleggen:

  • Maatschappelijk verantwoord beleggen loont en draagt positief bij aan het risico-rendementsprofiel.’
  • ‘Geld is een sturende kracht voor duurzame ontwikkeling.’

Als institutionele belegger nemen wij onze verantwoordelijkheid om op een maatschappelijk verantwoorde manier te beleggen. Wij hebben de overtuiging dat daarmee het risico-rendementsprofiel van de beleggingen verbetert en dat we tegelijkertijd een bijdrage leveren aan een leefbare wereld. We nemen daarom duurzaamheidscriteria mee bij al onze beleggingsbeslissingen. Daarbij is het 'do no harm'-principe leidend. Daarnaast beleggen we ook een deel van het vermogen in impactbeleggingen, activiteiten die nadrukkelijk gericht zijn op het leveren van een positieve en meetbare sociale of milieu-impact ('do good'). Binnen de totale beleggingsportefeuille willen we eind 2026 minimaal 5% van het vermogen belegd hebben in impactbeleggingen.

Thematische speerpunten

Het pensioenfonds wil focus houden in de beleggingsportefeuille en dat geldt ook voor maatschappelijk verantwoord beleggen. Daarom hebben we binnen het MVB-beleid drie speerpunten vastgesteld. In verschillende deelnemerspanels en het reputatieonderzoek hebben we daarvoor de voorkeuren van deelnemers opgehaald en geëvalueerd. We hebben voor de komende jaren gekozen voor de volgende drie thema’s:

  1. Klimaat en biodiversiteit
    De transitie naar een klimaatneutrale economie heeft verstrekkende gevolgen voor de maatschappij. We willen bijdragen aan het transformeren van de economie naar een klimaat neutrale economie en biodiversiteitsverlies tegengaan.
  2. Duurzame technologie
    Dit zijn technische ontwikkelingen die duurzame maatschappelijke behoeften vervullen zonder gebruik te maken van niet-hernieuwbare hulpbronnen en zonder grootschalige, niet terug te draaien milieuschade. Als grote belegger willen wij de sturende kracht van geld inzetten om bij bestaande processen veranderingen teweeg te brengen die bijdragen aan verduurzaming van de samenleving. Dit sluit goed aan bij de positie van KPN N.V. als één van de duurzaamste telecombedrijven ter wereld. KPN N.V. zet technologie actief in voor het verduurzamen van het eigen bedrijf.
  3. Duurzame consumptie en productie
    Wij willen door gerichte investeringen een bijdrage leveren aan het stimuleren van een duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen en aan het efficiënt produceren en consumeren om negatieve milieueffecten te minimaliseren. 

Hoe implementeren wij maatschappelijk verantwoord beleggen?

Het beleid maatschappelijk verantwoord beleggen kan geïllustreerd worden met onderstaande figuur:

‹ Generiek

Spectrum van het MVB-beleid

Specifiek ›

Pijler 1

ESG-integratie

Het pensioenfonds acht het van groot belang dat bij de beleggingsbeslissingen in al haar beleggingsportefeuilles rekening wordt gehouden met het milieu (Environment) met sociale factoren (Social) en met maatstaven van goed bestuur (Governance), oftewel ESG.

Pijler 2

Stemmen en dialoog

Door middel van actief stembeleid en dialoog met bedrijven zo veel mogelijk invloed uitoefenen op een duurzame bedrijfsvoering.

Door actieve participatie in bepaalde thematische beleggingen de speerpunten van het pensioenfonds kracht bijzetten.

Pijler 3

Uitsluitingen

Door uitsluiten voorkomt het pensioenfonds dat het belegt in bedrijven en landen die niet passen bij het MVB-beleid of in strijd zijn met internationale verdragen

Pijler 1: Hoe integreren wij ESG in de beleggingen?

Een van onze beleggingsovertuigingen is dat ESG-integratie (het betrekken van duurzaamheidscriteria bij alle beleggingsbeslissingen) bijdraagt aan het verbeteren van het risico/rendementsprofiel van onze beleggingen. ESG-integratie speelt een belangrijke rol bij onder andere het selecteren van externe vermogensbeheerders en bij de invulling van de beleggingscategorieën. Hieronder lees je hoe deze integratie op verschillende onderdelen plaatsvindt. 

Managerselectie

Van de managers van beleggingsfondsen waarin wij deelnemen verwachten wij dat ze de United Nations Principles for Responsible Investment (UNPRI) onderschrijven. Deze principes houden onder meer in dat de managers ESG-factoren meewegen in de beleggingsanalyse en het besluitvormingsproces. Daarnaast wordt verwacht dat zij zich opstellen als actief eigenaar en ESG-factoren betrekken bij dialogen die zij voeren met bedrijven. Voor de totale portefeuille van het pensioenfonds geldt dat alle externe managers zijn aangesloten bij de UNPRI.

Impact beleggen

In het afgelopen jaar hebben wij verdere stappen gezet in het invullen van impactbeleggen. Impactbeleggen is beleggen met de intentie om een positieve en meetbare sociale of milieuimpact te hebben, naast een marktconform financieel rendement. Voor eind 2026 streven we ernaar 5% van de beleggingen als impactbeleggingen te kunnen classificeren. Daarvoor toetsen we de beleggingen met een in eigen beheer ontwikkeld impactraamwerk. Hierbij sluiten we aan bij de definitie van The Global Impact Investing Network (GIIN). We kiezen voor een eigen raamwerk omdat er in de markt nog geen eenduidige definitie is van impactbeleggen. Als pensioenfonds willen wij goed kunnen verantwoorden dat wat wij als impactbelegging classificeren dat ook echt is.

Het raamwerk bestaat uit de volgende onderdelen:

  1. Prestatiedoelstellingen: bij een impactbelegging moet expliciet zijn aangeven dat er wordt belegd met een expliciete intentie om een milieu- of sociaal probleem op te lossen en dat dit via KPI’s/maatstaven in kaart wordt gebracht.
  2. Intentionaliteit: de intentie om impact te realiseren moet helder omschreven zijn bij het aangaan van de belegging.
  3. Additionaliteit
    • Voor private categorieën achten we – ongeacht of een andere investeerder het had kunnen verstrekken – dat de investering additioneel moet bijdragen aan een duurzame ontwikkeling.
    • Voor publieke categorieën kan het om ‘beursgenoteerde’ of ‘indirecte’ impact gaan, waarbij deze voorwaarde wat ruimer wordt geïnterpreteerd omdat direct additionaliteit niet altijd aantoonbaar is.
  4. Do no harm’: dit zal inzichtelijk moeten worden gemaakt voor de belegging.
  5. Monitoring en rapportage over KPI’s: een belangrijk uitgangspunt van impactbeleggen is het vermogen om intentie te vertalen naar impactresultaten. Er kan pas sprake zijn van een impactbelegging als de impact daadwerkelijk meetbaar is.

Eind 2024 maakten de impactbeleggingen 2,6% van de totale beleggingen uit, met een waarde van € 257 mln. Het grootste deel van deze allocatie komt momenteel uit green bonds. Daarnaast classificeren beleggingen in private equity (deep tech impact fonds), niet-beursgenoteerd vastgoed (vastgoed op scienceparken) en private debt (infrastructuur) als impact beleggingen.

Naast bovenstaande beleggingen willen we de impactbeleggingen verder gaan invullen binnen private leningen, private equity en niet-beursgenoteerd vastgoed. We verwachten dat het gewicht van de impactbeleggingen in de beleggingsportefeuille in 2025 verder zal toenemen. 

Voorbeelden impact beleggingen

  1. Macquarie Green Energy Debt Fund: Dit fonds verstrekt leningen aan infraprojecten voor duurzame energie, met name zon- en windparken met ruimte voor alternatieve energievormen zoals waterstof, batterijopslag en biomassa. Hiermee wordt bijgedragen aan de energietransitie via de duurzame opwekking van elektriciteit. Eén van de projecten is het Project Emerald. Dit is een portfolio van diverse wind- en zonne-energieprojecten door heel Europa met een opwekkingscapaciteit van 1,385MW. Het project levert jaarlijks een geschatte 3,344GWh aan schone energie. Dat is het equivalent van het verbruik van 814.000 huishoudens. Het project draagt bij aan een geschatte jaarlijkse 1,170kt CO2 aan vermeden emissies. Dit is het equivalent van het van de weg halen van 386.000 benzineauto's.
  2. a.s.r. Dutch Science Park Fund: Dit fonds investeert in commercieel vastgoed op de meest aantrekkelijke scienceparken van Nederland door de aankoop van bestaand vastgoed en de ontwikkeling van nieuwbouw met een aantrekkelijk risico-rendementprofiel. De strategie biedt ruimte aan bedrijven die nauwelijks bediend worden door de markt of specifieke waarde toevoegen die ten goede komen aan het Nederlandse kennis- en educatie-ecosysteem. Eén van de beleggingen in dit fonds betreft NEXT Delft. Dit gebouw biedt huisvesting en voorzieningen aan scale-ups en innovatieve bedrijven in Delft. Kantoor- en maakruimte ontbrak op de TU Delft Campus en zal daarmee een unieke hub vormen binnen het ecosysteem. Daarnaast faciliteert NEXT de doorstroom van scale-ups om ruimte te maken voor nieuwe startups. De realisatie is een nauwe samenwerking tussen het fonds en de TU Delft. De gemeente Delft en de provincie Zuid-Holland dragen bij met subsidies. Met deze investeringen wordt bijgedragen aan de ontwikkeling van technologie en kennis via huisvesting van innovatieve scale-ups.
  3. Innovation Industries: Dit fonds investeert in deeptech start- en scale-ups die met hun potentieel baanbrekende technologie belangrijke maatschappelijke vraagstukken kan helpen oplossen. De meeste bedrijven zijn ontstaan aan Nederlandse universiteiten en hun technologie is gebaseerd op jarenlang wetenschappelijk onderzoek. Eén van de onderliggende bedrijven is een toonaangevend R&D agritech-bedrijf, opgericht in 2017. Dit bedrijf ontwikkelt biologische oplossingen voor de landbouw, zoals het ontwikkelen van microbiële stammen voor bepaalde gewassen. Potentieel zorgen de microbiële stammen voor verbeterde opname van voedingsstoffen door planten, verhoogde gewasopbrengsten en een betere bescherming van planten tegen ziektes (‘biocontrole’). Het impactpotentieel van de producten van dit bedrijf is daarnaast dat er 20-50% minder chemische grondstoffen nodig zijn. De investering draagt bij aan een duurzamere en meer biologische landbouwproductie.

CO₂-doelstelling

Een van onze speerpunten is het verminderen van de CO2 -uitstoot van de bedrijven waarin we beleggen. We hebben een CO2-reductietarget van -55% in 2030 ten opzichte van 2017. Deze doelstelling is in lijn met ambitieuze targets als de Green Deal in Europa (-55% in 2030 t.o.v. 1990) en gaat verder dan de Nederlandse ambitie in het klimaatakkoord (-49% in 2030 t.o.v. 1990). Daarnaast is er een tussendoelstelling vastgelegd van -45% in 2025 gedefinieerd en een net zero doelstelling voor 2050 vastgesteld.

In de periode eind 2017 tot en met eind 2024 is de CO2-voetafdruk van onze aandelen, bedrijfsobligaties en high yield beleggingen gezamenlijk met 70% gedaald. Eind 2023 was dit -54%. We liggen hiermee ruim voor op onze reductiedoelstelling voor 2025 (-45%) en die voor 2030. 

CO₂​-voetafdruk & reductiedoelstellingen

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

  Waarde
Ultimo 2017 79
Ultimo 2022 (-34%) 52
Ultimo 2023 (-54%) 36
Ultimo 2024 (-70%) 24
Doelstelling 2025 (-45%) 43
Doelstelling 2030 (-55%) 36
Doelstelling 2050 (-100%) 0

¹ Vanwege onvoldoende databeschikbaarheid is verondersteld dat de CO2-voetafdruk van bedrijfsobligaties en high yield op Q2 2021 gelijk is aan de CO2-voetafdruk van ultimo 2017.
² Voor de periode 2017 – Q2 2021 is ontwikkeling van de CO2-voetafdruk van aandelen op basis van EVIC (huidige methodiek) gelijk verondersteld als de ontwikkeling op basis van marktwaarde (oorspronkelijke methodiek).

Invulling beleggingscategorieën

Green bonds

Via de beleggingen in green bonds wil het pensioenfonds bijdragen aan de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties. Dit zijn obligaties die zijn uitgegeven met als specifiek doel om klimaatprojecten te financieren. Dergelijke obligaties zijn uitsluitend bestemd voor projecten met een meetbaar positief milieu-effect. De bijdrage aan de duurzame doelstelling wordt gemeten aan de hand van de vermeden CO2-uitstoot (CO2 avoided emissions) als gevolg van onze financiering van groene projecten. Over 2024 is er door onze belegging in groene obligaties ongeveer 56.700 ton CO2-uitstoot vermeden, wat vergelijkbaar is met de jaarlijkse CO2-uitstoot van een middelgrote kolencentrale.

Bedrijfsobligaties

Binnen de beleggingscategorie bedrijfsobligaties worden specifieke ESG-benchmarks gehanteerd. De benchmark voor het actief belegde deel sluit onder andere bedrijven uit die het slechtst scoren op het gebied van duurzaamheid (meer dan 5% omzet uit bedrijfsactiviteiten die gerelateerd zijn aan fossiele brandstoffen, wapenproductie en gokken). De CO2-reductie ten opzichte van de reguliere index bedraagt ongeveer 40%. Daarnaast hebben de actieve managers de opdracht gekregen om meer te beleggen in toekomstgerichte bedrijven. Dit draagt voor ons bij aan een reductie van het transitierisico.

Voor de passieve invulling is gekozen voor een klimaattransitiebenchmark (climate transition benchmark). Deze benchmark heeft als doel om de CO2-uitstoot jaarlijks te verlagen met 7% tot net-zero in 2050. Dit wordt gerealiseerd door CO2-efficiënte bedrijven meer gewicht te geven en door restricties op de leggen die verandering stimuleren.

Deze aanpassingen hebben geleid tot een verdere reductie van de CO2-voetafdruk binnen de categorie bedrijfsobligaties.

Aandelen

De ondernemingen waarin we beleggen zijn divers van soort en gespreid over de hele wereld. De beleggingen zijn uitbesteed aan externe vermogensbeheerders. Wij hebben afspraken gemaakt met de fiduciair vermogensbeheerder om specifieke CO2-doelstellingen vast te leggen in de contracten met externe vermogensbeheerders. Voor alle actieve aandelenfondsen zijn doelstellingen vastgesteld met een CO2-reductie van 40% tot 50% ten opzichte van de benchmark.

Om inzicht te hebben in de ecologische voetafdruk wordt voor de aandelen- en bedrijfsobligatieportefeuilles de uitstoot van de bedrijven gemeten in termen van CO2- equivalenten. Hiervoor wordt maken we gebruik van databases van externe ESG-dataproviders. De maatstaf die wordt gehanteerd is het aantal kilogram CO2 dat wordt uitgestoten per geïnvesteerde euro. Hierbij gaat het om:

  • De directe uitstoot van de productiefaciliteiten van de bedrijven (scope 1);
  • De uitstoot die is gerelateerd aan de door de onder- neming ingekochte elektriciteit (scope 2).

Per bedrijf wordt de totale CO2-uitstoot bepaald en gerelateerd aan de totale ondernemingswaarde van het bedrijf. Dit resulteert in een CO2-uitstoot per euro geïnvesteerd vermogen. Vervolgens wordt voor de beleggingsportefeuille de kapitaalgewogen CO2-uitstoot uitgerekend en vergeleken met de CO2-uitstoot van een benchmark waarbij geen rekening wordt gehouden met duurzaamheidskenmerken. In het komende jaar onderzoeken we in hoeverre verdere doelstellingen kunnen worden vastgesteld voor ESG-integratie en/of aan de CO2-uitstoot van de portefeuilles.

CO₂-scores

kg CO₂ per geïnvesteerde euro

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

  Fund Benchmark
MM Global Green Bond Fund 42 73
MM High Yield 59 149
MM Global Credit ex Financials 35 49
MM Credit Fund 23 42
MM Global Lised Real Estate Fund 6 6
MM Emerging Markets Fund 25 129
MM Long Term Investment Fund 13 46
MM Worlf Equity Fund 12 46

g/CO₂ / % euro Mcap

De VN heeft doelstellingen voor duurzame ontwikkeling vastgelegd in de Sustainable Development Goals (SDG's). Deze bieden een kader om in belangrijke kwesties voor de wereldbevolking en de planeet tot een duurzame en rechtvaardige aanpak te komen. Voor een geconcentreerde aandelenportefeuille van ons pensioenfonds is in kaart gebracht welke bedrijven met hun producten en diensten een duidelijke positieve of negatieve relatie hebben met die SDGs.

Met het oog op langetermijn waardecreatie beleggen we een deel van de portefeuille met een specifieke long-term investing aandelenstrategie. Externe vermogensbeheerders selecteren de bedrijven zorgvuldig met een beleggingshorizon van 5 tot 10 jaar. Zij kiezen bedrijven waarbij de belangen van het bedrijf en het pensioenfonds parallel lopen, door scherp te letten op maatstaven voor goed bestuur. Ook wordt nadrukkelijk gelet op milieu- en sociale factoren omdat deze naar verwachting bijdragen aan het langetermijnsucces van het bedrijf. Ten slotte maakt de lange periode waarin de aandelen worden gehouden een traject van invloed op het management van het bedrijf mogelijk. Wij vinden het belangrijk dat de gekozen vermogensbeheerders actief gebruikmaken van deze mogelijkheid. 

Het uitgangspunt is dat door deze aanpak een beter langjarig rendement wordt behaald bij een gelijkblijvend risicoprofiel. Deze aanpak leidt er in de praktijk ook toe dat deze portefeuille gunstig afsteekt ten opzichte van de relevante benchmark wat betreft de ESG en CO2-uitstoot.

De fiduciair vermogensbeheerder gaat met de externe managers in gesprek over posities die erg positief (strongly aligned) en erg negatief (strongly misaligned) bijdragen aan de SDG’s. Dit doen ze om goed te kunnen doorgronden op basis waarvan een alignement tot stand komt. Daarnaast kunnen uitkomsten op portefeuilleniveau en ten opzichte van de benchmark besproken worden met de managers en meegenomen worden in periodieke evaluaties.

Hypotheken

We hebben onze eigen duurzaamheidsvisie op hypotheken formeel vastgelegd. Deze duurzaamheidsvisie is opgesteld aan de hand van ‘environmental’, ‘social’ en ‘governance’ aspecten zoals hieronder beschreven.

1. Environmental

Een belangrijk aspect binnen onze hypotheekbeleggingen is het verbeteren van de duurzaamheid van de onderpanden. Dit doen we onder meer door het stimuleren om huizen te verduurzamen (via externe managers) en door gunstige financiering voor verduurzaming en mogelijkheden om zonder advieskosten een verduurzamingshypotheek te verkrijgen. Aangestelde managers focussen zich hierbij met name op impact in de verduurzaming van bestaande woningen. Dit betekent niet we niet beleggen in hypotheken met onderpand met hoge energielabels. Dit blijft belangrijk om een goede dwarsdoorsnede van de Nederlandse hypotheekmarkt te verkrijgen.

2. Social

Wij vinden een humaan beleid voor achterstandsbeheer een vereiste voor beleggingen in hypotheken. Het is belangrijk dat de aangestelde managers een beleid voeren dat is gericht op het voorkomen en oplossen van betalingsachterstanden. Hiermee kan in veel gevallen een executoriale verkoop van de woning worden voorkomen. Wij beoordelen daarom hypotheekaanbieders op sociaal gebied. Het primaire doel is om klanten die betalingsachterstanden oplopen te helpen om in hun huis te blijven wonen of een andere duurzame oplossing te vinden. Op sociaal gebied vinden we het van belang dat er sprake is van verstrekking van hypotheken aan alle inkomensgroepen. 

3. Governance

Op het gebied van governance vinden we het belangrijk dat er voldoende inspraak en inzicht is via de Raad van Participanten op het beleid en controle door jaarverslagen en ISAE-rapportages.

Vastgoed

Wij hebben de overtuiging dat vastgoedfondsen met een hoger dan gemiddelde ESG-focus een beter risico/rendements- profiel hebben. Duurzame panden hebben lagere kosten voor energie- en waterverbruik en dragen bij aan een goed leefklimaat voor de gebruikers en een leefbare wereld in het algemeen. Daardoor hebben deze vastgoedfondsen een voordeel in een concurrerende markt, wat onder andere verhuurbaarheid en liquiditeit van vastgoed ten goede komt.

Voor het bepalen van de ESG-score van niet-beursgenoteerde vastgoedfondsen gebruikt het pensioenfonds de score uit de jaarlijkse Global Real Estate Sustainability Benchmark (GRESB). In deze score ligt een bovengemiddelde focus op de reductie van energieverbruik, CO2-uitstoot en waterverbruik.

Voor al onze nieuwe beleggingen in vastgoedfondsen is deelname aan de GRESB vereist. De trackrecord van de fondsmanager op gebied van ESG vormt een integraal onderdeel van de selectieprocedure van nieuwe vastgoedfondsen. Na selectie vindt minimaal eens per jaar engagement met de fondsmanager plaats over de GRESB-score. In de toekomst willen we uitsluitend in vastgoedfondsen beleggen die een GRESB-score halen die hoger is dan het gemiddelde van een groep van vergelijkbare vastgoedfondsen (peer group) of in vastgoedfondsen die de potentie hebben dit op termijn te bereiken.

In 2024 behaalden onze vastgoedbeleggingen een gemiddelde GRESB-score van 87 (100 is de maximale score), terwijl de gemiddelde score van de peer group 74 was. Onze portefeuille behoort daarmee qua GRESB-score tot de top 20% van alle niet-beursgenoteerde fondsen wereldwijd. De CO2-uitstoot van vastgoedbeleggingen is met 9,7% gedaald. De hierna genoemde daling van het energieverbruik speelt hierin uiteraard een belangrijke rol. Ook kan een hoger gebruik van hernieuwbare energiebronnen en vergroening van het onderliggende energienetwerk hieraan hebben bijgedragen. De energieconsumptie daalde met 7,6% op jaarbasis, ondanks een nog steeds groeiende elektrificering van het wagenpark en een groeiende automatisering en robotisering van logistieke objecten. Mogelijk is dit een gevolg van de sterk opgelopen energieprijzen waarop is gereageerd door het nemen van energiebesparende maatregelen (isolatie, installatie van zonnepanelen en warmtepompen). Het waterverbruik in de vastgoedportefeuille daalde met 3,8% op jaarbasis, nadat het jaar ervoor nog een opvallende stijging werd gerapporteerd.

In 2024 hebben we voor onze niet-beursgenoteerd vastgoedportefeuille doelstellingen vastgesteld op het gebied van CO2 -reductie en reductie van energiegebruik in lijn met de Parijs-doelstellingen. Dit gaat om langetermijndoelstellingen om de portefeuille verder te verduurzamen.

Pijler 2: Hoe zetten wij de sturende kracht van geld in?

Stemmen

Wij maken gebruik van het stemrecht op aandeelhoudersvergaderingen. Door te stemmen willen wij bijdragen aan positieve veranderingen bij bedrijven. Doordat de beleggingen wereldwijd gespreid zijn is het niet mogelijk om zelf op een geïnformeerde manier onze stem uit te brengen op een aandeelhoudersvergadering. Daarom maakt het pensioenfonds gebruik van het gespecialiseerde stemadviesbureau ISS. Hieronder zie je hoe wij in het afgelopen jaar hebben gestemd. 

Geografische verdeling stemmen

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Land Stemmen
Verenigde Staten 6.024
Japan 1.756
Verenigd Koninkrijk 1.281
Zweden 921
Frankrijk 616
Canada 578
Zwitserland 540
Duitsland 420
Nederland 371
Rest wereld 3.917

Wil je een overzicht van de aandeelhoudersvergaderingen waarop we hebben gestemd en hoe we hebben gestemd? Klik hier voor de stemrapportage.

Screening en dialoog

Wij streven ernaar dat alle bedrijven waarin we beleggen zich gedragen volgens de OESO-richtlijnen voor verantwoord ondernemen en de Global Compact Principles (GCP) van de Verenigde Naties (VN). Dit zijn principes op het gebied van mensenrechten, milieu, arbeidsomstandigheden en anticorruptie. De Global Compact Principes zijn te vinden op de website De Tien Principes van het UN Global Compact.

Voor de screening maken we gebruik van de diensten van Aegon Asset Management en Sustainalytics. Deze partijen screenen de gehele beleggingsportefeuille. Met de bedrijven binnen de beleggingsportefeuille die onvoldoende scoren gaan de engagementmanagers van Aegon Asset Management een dialoog aan. Op basis van ons MVB-beleid wordt afhankelijk van de aard van de geconstateerde tekortkoming een maximale duur voor de engagementactiviteiten aangehouden. Voor bedrijven die niet voldoen is de engagementduur in principe beperkt tot één jaar. Voor bedrijven die dreigen niet te gaan voldoen is deze periode drie jaar. Na deze periode wordt het bedrijf in principe uitgesloten, tenzij wij van mening zijn dat door het bedrijf aantoonbare verbeterstappen zijn gezet die de geconstateerde tekortkoming teniet doen. 

Sustainalytics geeft als externe engagementprovider namens ons ook  invulling aan het instrument “Screening en Dialoog” uit het MVB-beleid. Sustainalytics richt zich daarbij nadrukkelijk op de thematische speerpunten. Daarnaast verzorgen zij zelf ook een bredere, uitgebreidere en diepere engagement bij bedrijven die op onderdelen niet voldoen aan internationale standaarden op bijvoorbeeld mensenrechten, ethiek en omgeving. Daarbij worden objectieve doelen gesteld en wordt vooruitgang nauwlettend gemonitord.

Daarnaast vragen wij van de vermogensbeheerders in de beleggingsportefeuille dat zij een dialoog voeren met bedrijven in hun portefeuilles over hun duurzaamheidsprestaties. Wij nemen de zichtbare inspanningen voor deze dialogen en de rapportage hierover mee in de beoordeling van de externe managers.

Hierna gaan we in op een aantal voorbeelden van deze dialogen van de externe managers en de hierbij behaalde resultaten.

Stewart Investors: Gezamenlijke dialoog op duurzaam gebruik van mineralen bij de productie van halfgeleiders. 

Thema's: technologie; duurzame consumptie & productie

Stewart Investors heeft recent een update gegeven over een gezamenlijke dialoog over mineralen in de toeleveringsketen van halfgeleiders. De manager heeft zich aangesloten bij de Responsible Minerals Initiative (RMI), een initiatief dat in 2021 van start ging. Sindsdien heeft RMI gesprekken gevoerd met 21 elektronica- en industriële bedrijven over de traceerbaarheid van mineralen. De manager erkent dat de dialoog over dit onderwerp weg is die een aantal jaren zal duren. Tegelijkertijd is er hoop dat veranderingen een stap dichterbij is gekomen door het opbouwen van een nauwere relatie met invloedrijke bedrijven in de toeleveringsketen van elektronica.

Stewart Investors Novenesis: 

Thema's: Combinatie van de thema’s klimaatverandering & biodiversiteit; technologie; duurzame consumptie & productie

Stewart voerde een dialoog met Novonesis, dat onder meer biobrandstoffen produceert. Er is op aangedrongen om de transitie naar het gebruik van tweedegeneratie biobrandstoffen (gebaseerd of restafval) te versnellen. Dit omdat eerste-generatie biobrandstoffen veelal gebruikmaken van voedselgewassen en daardoor concurreren met beschikbare landbouwgrond en voedselvoorzieningen. Novonesis heeft aangetoond dat men volop investeert in de transitie naar de tweede-generatie biobrandstoffen en het volume hiervan toeneemt. Stewart blijft deze ontwikkelingen monitoren.

Baillie Gifford: Coupang rapporteren emissies en dialoog over recycling. 

Thema’s; klimaat en duurzame consumptie en productie

Met Coupang, het grootste e-commerce platform in Korea, werd gesproken over haar CO2-emissies. Coupang rapporteert nog geen scope 1 en 2 emissies,omdat men tot nu toe recycling en het werken met duurzame verpakkingen heeft geprioriteerd. Baillie Gifford heeft er bij Coupang op aangedrongen om meer aandacht aan emissies te besteden en deze te rapporteren. Onder meer omdat Coupangs logistieke centra in dichtbevolkte gebieden zijn gevestigd en ook vanuit verplichtingen van de Amerikaanse toezichthouder omdat Coupang een notering heeft in de VS. Wel heeft men Coupang geadviseerd om pas een CO2 reductiedoelstelling te formuleren als men voldoende inzicht heeft in haar emissies. Baillie Gifford heeft hierbij hulp aangeboden. In een eerste reactie heeft Coupang aangegeven te overwegen haar emissies te publiceren in haar eerstvolgende ESG-rapportage. Baillie Gifford blijft dit monitoren.

Thematische dialogen

In 2024 zijn de thematische speerpunten door Sustainalytics ingevuld middels verschillende dialoog programma's. Waar de oude programma's een termijn van 3 jaar kenden, zijn de nieuwe programma's meer integraal ingestoken en hebben ze ook geen harde einddatum. De praktijk leert dat dialogen een langere periode van betrokkenheid vragen om echt verandering teweeg te kunnen brengen. In deze nieuwe programma's gaat Sustainalytics in gesprek met een selecte groep bedrijven om ze te bewegen verbeteringen door te voeren met betrekking tot het thema. Dit doet Sustainalytics vanuit eigen expertise. Maar door de groep bij elkaar te brengen faciliteren ze ook onderlinge kennisoverdracht. Daarbij kunnen achterblijvers bijvoorbeeld versneld leren van bedrijven die al verder zijn. 

Thema klimaat en biodiversiteit

Op het thema klimaat en biodiversiteit voert Sustainalytics het programma ‘Biodiversity and Natural Capital’ uit. Dit richt zich op het helpen van bedrijven bij het zo goed mogelijk omgaan met natuurlijke hulpbronnen en biodiversiteit. Dit is niet alleen vanuit een risicocontext ingestoken. Er wordt ook gezocht naar kansen die bijdragen aan de bedrijfsresultaten. Het programma is gericht op 50 bedrijven in de agrarische waardeketen. Dit zijn investeerders, handelaren, agrochemische bedrijven en producenten. Sustainalytics stuurt aan het gebruik van internationale standaarden, waardoor uniformiteit ontstaat bij bedrijven. Dit programma is in 2024 gestart en heeft op dit moment nog wisselende resultaten. 25% van de bedrijven werkt op dit moment constructief mee, 60% houdt het bij algemene reacties en het overige deel is moeilijk te bereiken. Omdat het programma nog in de opstartfase is, zal er in de loop der tijd meer te vertellen zijn over de voortgang. 

Ook de fiduciair vermogensbeheerder bevraagt de externe managers onder andere over hun visie op relatief hoog uitstotende bedrijven binnen de portefeuille. Belangrijk onderdeel van deze discussies is ook wat de mening van de manager is over de plannen tot verduurzaming van de bedrijven waar belegd wordt, en dus niet alleen over de uitstoot op dit moment.

Thema duurzame technologie

Het pensioenfonds neemt deel aan het programma ‘Net Zero Transition’. Dit programma is erop gericht om met bedrijven in dialoog te gaan over hoe ze de bedrijfsvoering zodanig kunnen aanpassen dat ze bewegen naar een net zero bedrijfsproces. Het programma richt zich op 100 bedrijven. Sustainalytics wijst bedrijven op internationale standaarden en samenwerkingsverbanden, waardoor geprofiteerd kan worden van ontwikkelingen die er al zijn. 

Een voorbeeld van een dialoog is die met een Spaans elektriciteitsbedrijf. In de dialoog worden de volgende zaken besproken om het bedrijf verder te helpen:

  1. Hoe gaat het bedrijf ervoor zorgdragen dat leveranciers consequent hun broeikasgasemissies gaan rapporteren ?
  2. Met het bedrijf worden concrete tussentijdse doelstellingen vastgesteld voor scope3-emissies, zodat de voortgang over tijd goed gemonitord kan worden.
  3. Het bedrijf wil stappen gaan zetten om voortgang op het terugdringen van de uitstoot proactief openbaar te gaan maken om zo de bredere bedrijfstak te versterken in dit proces. 

De gesprekken lopen constructief en het bedrijf is zeer welwillend om stappen te gaan zetten. Ook dit voorbeeld leert dat er veel stappen en tijd nodig zijn om significante vooruitgang te boeken.

Thema duurzame consumptie en productie

Pensioenfonds KPN is betrokken bij een programma ‘Scaling Circular Economies’ van Sustainalytics. Het programma richt zich op bedrijven die gekoppeld zijn aan de automotive sector. In dialogen willen we de bedrijven helpen om hun productieprocessen steeds zo in te richten dat circulariteit van producten de aandacht heeft. In de automotive-industrie botsen ambities voor de circulaire economie gemakkelijk met doelstellingen om steeds meer auto’s te verkopen. Het programma moedigt bedrijven aan om prioriteit te geven aan alternatieven die minder grondstoffen verbruiken. Het programma wil bedrijven stimuleren om te benutten waar ze goed in zijn, zoals kapitaal aantrekken, innoveren, produceren, vermarkten, verkopen en lobbyen.

Een voorbeeld is een dialoog die wordt gevoerd met een Indiaas autobedrijf. Dit bedrijf beschikt over een uitgebreid circulair raamwerk opgebouwd vanuit de vier bouwblokken uit het Circulair Car Initative van het Wereld Economisch Forum: 

  1. Decarbonisatie
  2. Materiaalcirculariteit
  3. Levensduuroptimalisatie
  4. Verbetering van het gebruik

Het bedrijf ontwikkelt KPI’s, mijlpalen en doelstellingen om de prestaties binnen dit framework te meten en te vergelijken. Daarnaast worden afdelingshoofden verantwoordelijk gehouden voor de implementatie van het framework. Sustainalytics richt zich in de dialoog vooral de monitoring van de voortgang en het delen van ontwikkelingen met de sector.

Pijler 3: Wat doen wij vanuit maatschappelijk oogpunt niet?

Uitsluitingen

We sluiten ook landen en bedrijven uit van de beleggingsportefeuille. Hiermee voorkomen we dat we beleggen in bedrijven die niet passen bij ons MVB-beleid of in strijd zijn met internationale verdragen. In deze landen en bedrijven wordt dus op voorhand niet belegd.

Er zijn ook bedrijven waar we wel in belegden, maar die na een intensieve dialoog over hun duurzaamheidsprestaties geen of onvoldoende verbetering hebben laten zien en die we daarom op de uitsluitingslijst hebben geplaatst. Hieronder is een voorbeeld opgenomen van bedrijf dat niet voldeed aan de UN Global Compact principes. Met dit bedrijf is een dialoog gevoerd en het is uiteindelijk in verband met onvoldoende voortgang uitgesloten van de beleggingsportefeuille.

Voorbeeld uitsluiting

Barrick Gold Corp.

Het Canadese mijnbouwbedrijf Barrick Gold Corp was geïdentificeerd voor het niet naleven van UNGC Principe 2: bedrijven moeten ervoor zorgen dat ze niet medeplichtig zijn aan mensenrechtenschendingen. Het bedrijf werkt samen met het Chinese Zijin Mining aan de exploitatie van de, in Papoea Nieuw Guinea gelegen, Porgera goudman. Dit bedrijf is reeds uitgesloten. De Progera mijn is zeer slecht bereikbaar en er is al langere tijd geweld tussen lokale bevolkingsgroepen en wetteloosheid door afwezigheid van overheidsdiensten. In 2024 is een engagementtraject gestart met Barrick Gold Corp. Uit de gesprekken komt naar voren dat milieuvervuiling systematisch is en dat er geen lokale onafhankelijke beoordeling op omgang met mensenrechten mogelijk is door het vele geweld. Door geringe verwachtingen dat er verbetering gaat optreden wordt het bedrijf daarom per 1 januari 2025 uitgesloten.   

Landen

In 2023 hebben we het uitsluitingenbeleid voor landen aangescherpt. De uit te sluiten beleggingen zijn aandelen, staatsobligaties & overige leningen uitgegeven door centrale en lagere overheden van deze landen en bedrijven die voor 100% eigendom zijn van de overheid of volledig worden gegarandeerd door de overheid. We hanteren de volgende criteria voor het uitsluiten van landen.

  • Landen die op basis van universeel erkende gronden zijn veroordeeld. De belangrijkste veroordelingen van staten zijn de sancties van de VN Veiligheidsraad en oproepen tot boycot door de International Labour Organisation (ILO);
  • Landen met een score lager dan 30 in de Corruption Perceptions Index;
  • Landen die als ‘not free’ worden beoordeeld door Freedom House.
Bedrijven

We sluiten de volgende bedrijven uit voor onze beleggingen:

Controversiële wapens
  • Bedrijven die betrokken zijn bij de productie, ontwikkeling, handel en onderhoud van controversiële wapens en bedrijven die een belang hebben in een bedrijf welke betrokken is bij voorgenoemde activiteiten. Als controversiële wapens zijn gedefinieerd: anti-persoonsmijnen, chemische en biologische wapens, verarmd uranium munitie, nucleaire wapens en clusterwapens en witte fosfor
Kolen
  • Kolenmijnbouw bedrijven die 1% of meer van hun omzet behalen uit de winning van thermische kolen. Dit type kolen wordt verbrand met als doel elektriciteit en/of hitte op te wekken en heeft een sterk vervuilende impact op het milieu. De mijnen van deze bedrijven lopen een groot risico om in de toekomst onrendabel te worden (de zogenaamde ‘stranded assets’).
  • Bedrijven die jaarlijks meer dan 20 miljoen ton thermische steenkool produceren én actief de exploratie-, mijnbouw- of raffinageactiviteiten uitbreiden.
  • Bedrijven die 5% of meer van hun omzet behalen uit kolengestookte elektriciteitsopwekking.
  • Bedrijven die een capaciteit hebben voor kolen gestookte elektriciteit opwekking van meer dan 10 gigawatt en actief de productiecapaciteit van kolencentrales uitbreiden, ook als dit minder dan 5% van hun omzet bedraagt.
Tabak
  • Tabaksbedrijven, die omzet uit de productie van tabak en tabak-gerelateerde producten halen. Bedrijven die 10% of meer van de omzet uit de distributie en verkoop van tabak en tabakgerelateerde producten halen.
Olie
  • Bedrijven die 5% of meer van hun omzet halen uit onconventionele olie- of gaswinning en/of bedrijven die een significante betrokkenheid hebben bij het transport van onconventionele olie- of gas (hieronder vallen onder meer teerzandolie, schaliegas en kolenbedmethaan).
  • Bedrijven die 5% of meer van hun omzet halen uit de olie- en gaswinning in het poolgebied.
  • Mensenrechten
  • Bedrijven uit Rusland en Wit Rusland
Biodiversiteit
  • Bedrijven die 5% of meer van hun inkomsten uit palmolieproductie en/of distributie halen.
  • Bedrijven die bossen beheren voor de productie met een FSC-certificerings-dekking van 75% of lager. Biodiversiteit is zeer belangrijk voor onze samenleving. Permanent verlies van biodiversiteit vormt net als klimaatverandering een van de grootste systeemrisico's voor al het leven op de planeet. Dit heeft dus grote consequenties voor de samenleving, de economie en financiële instellingen. Het beperken van de achteruitgang van de biodiversiteit is een grote wereldwijde uitdaging.
Non-compliant
  • Bedrijven die non-compliant zijn met de UN Global Compact principles worden in principe uitgesloten wanneer deze binnen één jaar niet als compliant kunnen worden bestempeld.
  • Bedrijven die niet handelen in lijn met OESO-richtlijnen en waarbij de gevoerde dialoog niet heeft geleid tot het gewenste resultaat kunnen worden uitgesloten.

In bijlage 9.2. van het MVB-beleid is een actuele lijst van uitgesloten landen en bedrijven opgenomen. Je vindt het MVB-beleid op onze website.

Versie: v8.2.35

Software voor digital-first corporate reporting

Creëer op efficiënte wijze publicaties die impact maken

Met iwink.report maak je publicaties op een eenvoudige en efficiënte manier. Je bespaart tijd, fouten en stress. Vanuit één plek publiceer je naar een volwaardige webversie, PDF en iXBRL-bestand. Zo geef je lezers de best mogelijke ervaring.

Meer over iwink.report