Spring naar inhoud

Actuariële analyse

Actuariële analyse

Het verloop van de technische voorziening werd in 2024 voor een groot deel bepaald door de bewegingen van marktrentes en beleggingsrendementen.

In de tabel hieronder vind je een analyse van het actuariële resultaat. Hierbij worden de actuariële uitgangspunten van het pensioenfonds vergeleken met de werkelijke actuariële ontwikkelingen over het verslagjaar. De bedragen wijken af van de bedragen in de jaarrekening, die boekhoudkundig zijn bepaald.

Actuariële analyse

Bedragen x € 1.000 2024 2023
Resultaat op beleggingen 672.798 442.211
Resultaat op wijziging RTS -114.176 -277.009
Resultaat op premie 4.285 21.332
Resultaat op waardeoverdrachten 638 -941
Resultaat op kosten 1.505 3.324
Resultaat op uitkeringen -658 -154
Resultaat op kanssystemen 13.015 13.354
Resultaat op toeslagverlening -169.477 -160
Resultaat op overige (incidentele) mutaties technische voorzieningen 1.099 -876
Resultaat op andere oorzaken 2.899 657
Totaal saldo van baten en lasten 411.928 201.738

In 2024 zijn de volgende belangrijke effecten op actuarieel resultaat te onderscheiden:

Beleggingen

Onder resultaat op beleggingen wordt verstaan:

  • alle directe en indirecte beleggingsopbrengsten inclusief kosten van het vermogensbeheer;
  • de rentelasten over vreemd vermogen, achtergestelde leningen en rekening-courantverhoudingen met andere partijen;
  • de benodigde intresttoevoeging aan de technische voorzieningen. Deze wordt vastgesteld aan de hand van de eerstejaars spot rate uit de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur (RTS) per jaar ultimo van het vorige verslagjaar. 

Het resultaat op beleggingen in het boekjaar bedraagt € 673 miljoen. Een gedetailleerde onderbouwing van dit resultaat kun je vinden in het hoofdstuk ‘Beleggingen’. Het rendement op de beleggingen draagt in 2024 positief bij aan de dekkingsgraad.

Wijziging rentetermijnstructuur (RTS)

De RTS ultimo 2024 ligt onder de RTS ultimo 2023. Wanneer beide curves worden uitgedrukt in één gemiddeld rentepercentage is de rente in 2024 met ongeveer 0,1%-punt gedaald, wat leidt tot een toename van de voorziening en dus tot een negatief resultaat. Het resultaat hiervan bedraagt - € 114 miljoen.

Premie

De jaarlijks vaste premie van 23% van de pensioengrondslag wordt in het premiedepot gestort. In 2024 is de opbouw van pensioenverplichtingen gefinancierd uit het premiedepot. Het resultaat op premie wordt bepaald als het verschil tussen de vaste premie en de premie op basis van de gemiddelde rente per eind 2023. Dit leidt in 2024 tot een positief resultaat van € 4 miljoen.

Kosten

Het resultaat op kosten wordt bepaald als saldo van de kostendekking vanuit de premiestelling en de vrijval kosten als gevolg van het uitbetalen van de pensioenuitkeringen enerzijds en de in de premie opgenomen kostencomponenten en feitelijke uitvoeringskosten anderzijds. In 2024 leidt dit tot een positief resultaat van € 1,5 miljoen. 

Kanssystemen

Aan het vaststellen van de technische voorzieningen liggen kanssystemen ten grondslag. De belangrijkste zijn sterfte en arbeidsongeschiktheid. De realisatie van het aantal overlijdens en invalideringen ten opzichte van de verwachtingen vooraf leidt tot een positief resultaat van € 13 miljoen.

Toeslagverlening

Het pensioenfonds kijkt voor de toeslagverlening naar de prijsstijgingen (inflatie) over de periode september tot en met september zoals door het Centraal Bureau voor de Statistiek worden gepubliceerd. De prijzen in Nederland stegen in de meetperiode september 2023 – september 2024 met 2,54%. Het bestuur heeft op basis van de financiële positie besloten om per 1 januari 2025 een gedeeltelijke toeslag te verlenen. Als gevolg van deze toeslag is de voorziening met € 169 miljoen gestegen.

Overige (incidentele) mutaties technische voorzieningen

In het boekjaar is de prognosetafel gewijzigd en zijn ook de fondsspecifieke ervaringscurves aangepast. Daarnaast zijn de gehuwdheidsfrequenties geactualiseerd en is de opslag latent wezenpensioen verlaagd van 0,7% naar 0,6%. Het resultaat als gevolg van deze wijzigingen bedraagt € 1 miljoen.

Andere oorzaken

Dit zijn overige actuariële resultaten die ontstaan doordat de feitelijke uitkomsten afwijken van wat actuarieel verondersteld is. Deze resultaten zijn niet toe te wijzen aan één van de eerdergenoemde categorieën.

Kostendekkende premie

De kostendekkende premie bestaat uit een actuarieel benodigde premie voor de pensioenopbouw en de risicodekkingen voor overlijden en arbeidsongeschiktheid, de solvabiliteitsopslag, de opslag voor uitvoeringskosten en de opslag voor toeslagverlening en reservetekort. De kostendekkende premie is berekend op basis van de rentetermijnstructuur. 

Bij de vaststelling van de gedempte kostendekkende premie wordt uitgegaan van het verwachte rendement met een opslag voor de toekomstbestendige toeslagverlening van de toeslag ter hoogte van de verwachte prijsinflatie. Het bestuur heeft besloten om het ingroeipad voor de inflatie vast te zetten met als peilmoment 30 september 2023 (rentetermijnstructuur). Ook voor wat betreft de samenstelling portefeuille op zakelijke waarden is de rentetermijnstructuur per eind september 2023 genomen.

In de volgende tabel is een overzicht van de zuivere (RTS), de gedempte kostendekkende en de feitelijke premie opgenomen.

Premie voor risico pensioenfonds RTS (incl. UFR) Gedempt Feitelijk
Actuarieel benodigde premie voor inkoop onvoorwaardelijke onderdelen van de regeling:      
• regulier 92.681 93.776 93.776
risicopremie overlijden 5.301 6.152 6.152
• opslag voor uitvoeringskosten 5.487 5.536 5.536
• de risicopremie voor WIA-excedent en premievrijstelling bij invaliditeit 9.675 9.486 9.486
• solvabiliteitsopslag 18.047 0 0
Toetswaarde premie 131.191 114.950 114.950
       
Overige premie      
Individueel pensioensparen     828
• Solvabiliteitsopslag DC     2.394
• Afrekening vorig boekjaar     134
Totaal feitelijke premie     118.306
       
Waarvan      
feitelijke premie voor risico pensioenfonds     82.129
feitelijke premie voor risico deelnemer     36.177
Totaal feitelijke premie     118.306

Het pensioenfonds voldoet aan de eis dat de feitelijke premie minimaal gelijk moet zijn aan de gedempte kostendekkende premie.

Vereist eigen vermogen

Het vereist eigen vermogen is gebaseerd op de strategische portefeuilles en is bepaald op 15,1%. Als het vereist eigen vermogen bepaald zou zijn op basis van de actuele portefeuille, zou het uitkomen op 15,2%.

Oordeel van de externe actuaris over de financiële positie

De verklaring van de actuaris is opgenomen in de jaarrekening. 

Versie: v8.2.35

Software voor digital-first corporate reporting

Creëer op efficiënte wijze publicaties die impact maken

Met iwink.report maak je publicaties op een eenvoudige en efficiënte manier. Je bespaart tijd, fouten en stress. Vanuit één plek publiceer je naar een volwaardige webversie, PDF en iXBRL-bestand. Zo geef je lezers de best mogelijke ervaring.

Meer over iwink.report